Nieuwsbrief januari 2012

De eerste weken van het nieuwe jaar besteedde ik aan rustig opbouwen. Halverwege de maand volgde dan een eerste testje. Ik trok naar Ierland om er te Art O’Neill Challenge te gaan lopen. Deze wedstrijd herdenkt de ontsnapping van Art O’Neill uit Dublin Castle. Daar zat hij gevangen omdat hij tegen de Engelsen en voor de Ierse onafhankelijheid streed. Hij kwam op het lumineuze idee om midden in de winter te ontsnappen en de Wicklow Mountains in te vluchten. Een onderneming die hij niet overleefde door de erg barre omstandigheden. De wedstrijd herdenkt dit. De start is om twee uur ‘s nachts op de binnenplaats van Dublin Castle. Van daaruit gaat het de Wicklow Mountains in en een paar kilometer voorbij het kruis dat de sterfplaats van Art O’Neill markeert is dan de aankomst. Alles samen is dat goed voor ongeveer 55 kilometer. De afstand ligt niet helemaal vast omdat je zelf je route mag kiezen. Er zijn twee bevoorrading waar je moet passeren en verder trek je maar je plan. Mijn doel was natuurlijk om ongeschonden de aankomst te halen. Meer hoopte ik niet met mijn gehavende enkels en scheen.
De eerste twintig kilometer loop je Dublin uit en volgt de wedstrijd straten. Ik draaide vrij vlot mee . Een kopgroep liet ik lopen, maar ergens rond de vijfde plaats kon ik zonder enig probleem standhouden. Na de eerste bevoorrading was het dan gedaan met de straat en liepen we de bergen in. Aan paden doen we natuurlijk niet mee. Dat zou het leven veel te gemakkelijk maken. Tijdens de eerste noemenswaardige klim kon ik behoorlijk stand houden. De afdaling in de volgende vallei was een heel pak minder. Hier bleken mijn enkels nog behoorlijk zwak te zijn. Ik zorgde ervoor dat ik zonder forceren en zonder ongelukken verder geraakte. Natuurlijk verloor ik daardoor wel wat terrein. Ook het feit dat ik het terrein niet ken heeft me niet echt geholpen. In een groepje van drie kwamen we toch als zevende binnen in de tweede een laatste bevoorrading. Van daaruit liepen we terug omhoog. Boven op de toppen zorgden binnendrijven mistwolken voor wat extra uitdaging. In de dichte mist in het donker de weg vinden is niet zo eenvoudig. De afdaling liep ik opnieuw zonder risico’s wat me uiteindelijk als negende aan de aankomst bracht. Een veel beter resultaat dan waarop ik gehoopt had. De enkels waren wat gevoelig, maar herstelden de dagen erop erg snel en mijn scheen had ik zelfs helemaal niet gevoeld. Allemaal uitstekend dus.

Die scheen bleek jammer genoeg maar uitstel van executie, want die begon een paar dagen later wel lastig te doen. Het hield me niet tegen om het volgende weekend naar Olne te trekken om als training het Trèfle à 4 Feuilles te lopen. Daar kan je vier verschillende lussen lopen die in totaal goed zijn voor 42km. Het grote voordeel is dat je na elke lus kan stoppen. Zeker voor een sukkelende loper is dat erg aanlokkelijk.
Ik startte bijzonder rustig. Het eerste uur liep ik de hele tijd in te halen. Hoewel het Trèfle zeker geen moeilijk parcours is had de vele regen van de dagen ervoor toch voor een paar leuke passages gezorgd. De eerste twee rondes liep ik erg vlot, maar tijdens de derde liet de scheen zich terug wat voelen. Ik besloot dan maar verstandig te zijn en na drie rondes te stoppen. Voor wat het waard is werd ik toch nog zesde over de drie rondes (33km).

Op dit moment voel ik nog steeds dat de scheen geen 100% is, maar voorzichtig waag ik het erop. Tot twee uur blijkt toch te lukken. Ik probeer de komende tijd terug een paar langere duurlopen in te voegen. Snelheidstraining sluit ik voorlopig in elk geval uit. Hopelijk ben ik op die manier terug voor een tijdje vertrokken. Waarheen horen jullie wel in een volgende nieuwsbrief.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>