Nieuwsbrief mei 2012

De maand mei begon ik met een Grieks uitstapje. Het weekend dat ze daar hun verkiezingen organiseerden viel er daar ook wat te lopen. Meer bepaald van het oude Delphi naar het al even oude Olympia. Zeker in een Olympisch jaar leek me dat wel een leuk plan. In totaal is dat goed voor een afstand van 255km. De eerste tien kilometer was een afdaling van Delphi naar de kust over een oude weg. Tijdens dit stuk was al duidelijk waardoor de wedstrijd het meest bepaald zou worden: er waren geen markeringen te zien. Gelukkig lukte het toch om zonder al te veel problemen op het goede spoor te blijven. Het pad naar beneden kiezen was gewoonlijk de juiste optie. Eens de kust bereikt was begonnen we die te volgen. De eerste kilometers gebeurde dit langs rustige wegen, maar wat verder kwamen we op de hoofdweg terecht. Met de intussen ingevallen duisternis was dit niet bepaald leuk. Over een donkere weg het vrachtverkeer langs je heen voelen denderen is niet direct het soort parcours waar ik van houd.
De hele tijd liep ik ergens in de voorste regionen. Maar zo vroeg in de wedstrijd wil dat niets zeggen en wisselen de posities regelmatig. Ergens midden in de nacht begon het dan verkeerd te lopen met mij. Vol overtuiging begon mijn maag te protesteren en al wat ik reeks gegeten of gedronken had kletterde op straat. Ik sukkelde verder tot de bevoorrading aan kilometer 67. Daar bleef ik een hele tijd in de hoop zo te herstellen. Na een minimaal beetje drinken vertrok ik terug samen met Juan en André bij de bevoorrading. Na amper 50 meter stond ik terug kotsend aan de kant. Zo gaat het echt niet. Met nog een kleine 200km te gaan waarvan nog zeker een veertigtal langs die rotweg zag ik het echt niet meer zitten. Ik ben dan maar uitgestapt en heb de rest van het weekend toerist gespeeld in Olympia.
Als ik achteraf hoor wat voor stoten de andere lopers nog tegen hebben gekomen met de bewegwijzering (of het gebrek daaraan) vind ik het niet eens erg. De organisatie zal het toch anders moeten aanpakken als ze volgend jaar een tweede editie willen organiseren.

Een week later trok ik naar de Ardennen. Net zoals vorig jaar zou ik daar de Grand Trail des Lacs et Châteaux gaan lopen. Dat is een tweedaagse loop met als grote voordeel dat je beide dagen de afstanden echt à la carte kan kiezen. Beide dagen zijn er vier wedstrijden gaande van een twintigtal tot een tachtigtal kilometer. Ik ging natuurlijk beide dagen voor de langste afstand. En mogelijk het grootste voordeel van de wedstrijd is dat het echt wel een van de mooiste lopen van het land is. Vooral de zondag vind ik schitterend. Op zaterdag was het redelijk simpel. Ik vertrok samen met wisti en urenlang bleven we gewoon samen lopen. Enkel aan Spa passeerde een Franse loper (die enkel de zaterdag liep) ons. Hij zag er zodanig verbluffend fris uit dat we echt niet geprobeerd hebben om hem te volgen. Het moet zowat de eerste keer zijn dat ik zo diep in een wedstrijd iemand zie die eruit ziet alsof hij net uit zijn zetel is gestapt. Wisti en ik liepen gewoon samen verder. Op een dikke tien kilometer van de aankomst was ik degene die hem moest laten gaan. Een kramp in de kuit maakte het moeilijk om nog verder te lopen. Ik heb het ongeluk dan ook niet opgezocht en stapte gewoon naar de aankomst. De voorsprong op de rest was blijkbaar groot genoeg om ervoor te zorgen dat niemand terugkwam tot bij mij.

Op zondag was het afwachten hoe de kuit zou reageren. Al in de eerste meters was het duidelijk: niet goed. Bij elke stap voelde ik het nog. Bij de eerste gelegenheid na een tiental kilometer ben ik er dan ook maar mee gestopt. Ik had echt geen zin om hier een blessure op te lopen. Nu ging ik ervan uit dat ik er met een paar dagen rust wel vanaf zou komen. Dat bleek te kloppen want ik begon al snel terug te trainen en heb er niets meer van gevoeld.

Nog een weekje later trok ik dan richting Frankrijk. Een beetje ten noorden van Montpelier zou ik daar de UltraDraille gaan lopen. Die is goed voor 120km met iets van een 6000 hoogtemeters. Dat is niet extreem veel maar wel respectabel. Aan het einde van de nacht werd de start gegeven en vertrokken we voor de eerste beklimming. Tegen dat we op de rug van het massief kwamen werden we op een mooie zonsopgang getrakteerd. Daar boven werd ook al snel duidelijk dat het parcours behoorlijk technisch was. Er waren een paar plaatsen waar het werkelijk klauteren over de rotsen was. De afdaling was zeker even technisch en dat is toch niet echt mijn specialiteit. Zeker zo vroeg op het seizoen als ik nog maar weinig op rotsen heb gelopen, moet ik daar nog wat inkomen. Een hele hoop lopers vlogen me voorbij. Uiteindelijk kwam ik bij Gideon terecht met wie ik een heel stuk samen zou lopen. Het parcours was echt schitterend. In essentie volg je de hele tijd een bergrug waarvan je af en toe eens recht omlaag moet om bij de bevoorradingen te geraken. En daarna is het dan terug recht omhoog om opnieuw op de kam te geraken. Regelmatig krijg je een paar verbluffende panorama’s en loop je langs indrukwekkende rotswanden. Ik wist echt niet dat deze streek zo mooi is.
De afdaling naar de bevoorrading bij kilometer 50 was opnieuw een erg stenige bedoening. Hier bleek dat mijn enkel toch nog niet helemaal hersteld is sinds de Tor. Ik ging er een paar maal flink door en dat deed natuurlijk niet echt deugd. Uiteindelijk besloot ik maar om de rotsige stukken te stappen om geen risico te nemen met die enkel. De vele maanden gesukkel na de Tor liggen me nog wat te vers in het geheugen en beleef ik liever niet meer. Het bleek dat quasi het hele parcours behoorlijk stenig was. Erg snel ben ik dus niet meer vooruit gegaan. In de afdaling van de Roc Blanc verzamelde ik nog wat extra tijdsverlies door rechtdoor te gaan waar ik verondersteld werd af te slaan. Het heeft me toch een dik half uur tijdsverlies gekost en een paar extra kilometers cadeau opgeleverd. Hierbij wil ik toch benadrukken dat de markeringen zo goed als overal meer dan perfect in orde waren. De organisatie heeft op dat vlak echt een titanenwerk geleverd.
Met enkel nog de klim en afdaling van de Pic Saint Loup te gaan viel de nacht. Om het helemaal gezellig te maken begon het daarbij ook nog te regenen. In de buurt van de top kwamen we dan in de wolken terecht. Het voordeel is dat het dan niet meer regent, het nadeel is natuurlijk dat je dan niet veel ziet. Zeker de afdaling in de mist was niet van de poes. In het donker met een zichtbaarheid van iets meer dan een meter over een rotsig pad afdalen is niet iets wat iedereen apprecieert. Voetje voor voetje werkte ik deze afdaling af. Eens ik dan terug onder de wolken kwam waren de moeilijkheden voorbij. Uiteindelijk kwam ik bij de aankomst aan na 22 en een half uur wedstrijd. Later in de nacht zou de regen overgaan in een flink onweer waardoor de wedstrijd zou stilgelegd worden. Maar daar heb ik dus niet veel van gemerkt.

De dagen hierna was het vooral de achillespees die tijd nodig had om te herstellen. Dat hangt natuurlijk samen met de enkel. De hele week lang heb ik die toch gevoeld. Het volgende weekend trok ik dan richting Ardennen om er de Moulinette te gaan lopen. Dit is de jaarlijkse wedstrijd van de Coureurs Célestes. Zoals elk jaar gaat die door in het Pinsterweekend, zoals elk jaar is hij honderd kilometer en 1 chouia lang (waarbij de koers van de chouia wat fluctueert en dit jaar op 6km uit kwam) en zoals elk jaar is de deelname helemaal gratis. En voor die prijs krijg je nog eten ook. Dit jaar was het een parcours dat in de buurt van de Amblève rondslingerde en onderweg 4700 hoogtemeters verzamelt. Een parcours dat uitgezet werd door pdm en dan weet je dat het de moeite gaat zijn.
Het was inderdaad de moeite. We hadden prachtige uitzichten, schitterende bossen, een passage door een rivier en hellingen waar je oren van gaan flapperen. Op wedstrijdniveau was het bij mij minder denderend. Al vroeg had ik door dat mijn achillespees hoegenaamd nog niet hersteld was. De vlakke stukken en lichte afdalingen gingen nog, maar de beklimmingen waren een totale ramp. Al na een tiental kilometer besliste ik dat ik het rustig aan zou doen. Zo heb ik met toch behoorlijk wat last de volledige toer afgewerkt. Uiteindelijk lukte het me om net voor het donker binnen te komen. Dat was net op tijd want het lampje dat ik bij mij had was enkel maar goed als noodoplossing. Na zoiets weet je dat je eigenllijk wat rust moet nemen, maar dat is wat moeilijk als je een week erna ingeschreven bent voor een andere wedstrijd waarvoor alle reservaties al lang in orde zijn. Die zou ik dus zo goed en zo kwaad als het ging toch lopen.

In de week tussen beide wedstrijden heb ik enkel op donderdagavond tijdens de clubtraining bij Cepal wat proberen lopen. Het draaide erop uit dat ik de hele tijd achteraan de groep wat heb lopen sukkelen. Niet echt hoopgevend.

Toch maar die wedstrijd eens proberen. De wedstrijd in kwestie was de Grand Union Canal Race. Je had het waarschijnlijk nooit zelf kunnen raden, maar die volgt gewoon de hele tijd het Grand Union Canal. De bedoeling is om via dit kanaal van Birmingham naar Londen te geraken. In totaal is dat goed voor een 235km. Met mijn dramatische achillespees zag ik het hoegenaamd niet zitten.
Bij de start werden we verkoeld door een grauwe miezerregen. Het leek Engeland wel. De laatste keer dat ik het controleerde lag Birmingham inderdaad in Engeland, dus dat hoeft ons eigenlijk niet te verwonderen. Van in het begin was het niet goed bij mij. Van de eerste pas liep ik met pijn in de achillespees. Na een paar kilometer was manken de enige optie. Het is nooit helemaal goed gekomen. Bij de bevoorrading na 70 mijl was zelfs wandelen een pijnlijke zaak geworden. Dat volstond echt wel en ik besloot daar te stoppen.
Eigenlijk wel jammer, want de wedstrijd vond ik mooier dan ik op voorhand verwacht had. Het is natuurlijk vlak, maar voor het overgrote deel onverhard. En eigenlijk loop ik wel graag langs die Engelse kanalen met hun typische “narrowboats”. Die ademen echt traditie in en uit. Ik hoop van de komende jaren nog eens terug te komen om de wedstrijd op een degelijke manier te lopen.

Nu ik terug in de hoek zit waar de klappen vallen, heb ik besloten het de komende tijd rustig aan te doen. Ik ga even de tijd nemen om de achillespees te laten herstellen en wil dan volledig heropbouwen. Volume zal snel terug op peil zijn, maar ook de snelheid wil ik orde hebben voordat ik me nog eens aan een serieuze wedstrijd waag. Op het versterken van de enkel ga ik de nodige aandacht geven. De laatste maanden heb ik mijn enkeloefeningen wat verwaarloosd, maar ik zal me er terug eens volledig op storten. De komende maanden zijn er nog een heel pak wedstrijden waarvoor ik ingeschreven ben en waarvoor de reservaties al allemaal in orde zijn. Het zou zonde zijn om het geld gewoon weg te gooien. Die zal ik dan wel gewoon rustig als training meenemen en daar wat de toerist gaan uithangen. De komende zomer hoef je in elk geval geen spectaculaire prestaties van mij te verwachten. “Reculer pour mieux sauter” is de komende tijd het motto. Of misschien ben ik gewoon een oude vent aan het worden.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

3 Responses to Nieuwsbrief mei 2012

  1. max says:

    Is de levensduur en de competitiviteit van het beestje dan niet meer gebaat met een sluipschutteraanpak dan met het grof geschut van de mitrailleur? Een miniscule bedenking pal naast het grote respect en empathie voor de ‘oude vent’…

    • wouter says:

      Hangt van de definitie van “beter gebaat zijn met” af, denk ik. Als je optimaal wil presteren tijdens je wedstrijden heb je natuurlijk overschot van gelijk.
      De aard van het beestje is alleen dat het er soms met jeugdig enthousiasme in vliegt. En een oude vos verliest misschien wel zijn haren, maar daarom nog niet zijn streken.

      • max says:

        Mooi antwoord – had niks anders verwacht. De vraag tussen de regels is inderdaad: wil hij optimaal presteren of niet? of uiteindelijk ook: waarom loopt hij? Dergelijke vraag lijkt ad rem voor de leek, maar is compleet irrelevant voor het beestje.
        ‘Why climb Mt Everest?’ – ‘Because it is there…’ Zo ook voor lopen… onbewust een beetje op zoek naar de asymptoot in oneindig. En hij liep nog lang (en hard en veel) en gelukkig…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>