Nieuwsbrief september 2014

Vorige maand trok ik er een eerste keer op uit naar Zwitserland. Meer bepaald ging ik naar Saas-Grund. Daar zou ik dan twee dagen in de vallei rondlopen met Siebrig. Op zaterdag liepen we in de richting van de Antronapas. Eerst moet je daarvoor naar het einde van de vallei geraken wat we natuurlijk natuurlijk niet gewoon over de bodem van de vallei deden, maar wel door een goed stuk omhoog te gaan en dan af te dalen naar Saas-Almagell. Dan gingen we omhoog naar Heitbodme Dat is nog niet zo mooi omdat je er tussen de skiliften loopt. Maar van Heitbodme is er dan een pad dat over de flank van de vallei naar de pas loopt. Op de kaart zag het er redelijk vlak uit, maar in de praktijk valt zoiets natuurlijk vrij hard tegen. Dat neemt niet weg dat het een prachtige vallei is. Het is zo een totaal verlaten vallei met een pad op de bodem en eentje op de flank waar je bijna niets tegen komt. Een stralend blauwe lucht maakte het alleen maar mooier.
Eens je op de pas staat kijk je dan plots Italië binnen. We kwamen er een herder tegen die op zoek was naar een honderdtal schapen. Die hoorden daar ergens rond te lopen, maar dat deden ze dus niet. Wij hadden ze in elk geval niet gezien. Hoogst waarschijnlijk heeft iemand ze Italië binnen gesmokkeld waar ze in de salami terecht zijn gekomen.
Van de Antronapass staken we door naar Jazzilücke over een leuk technisch pad. Vandaar daalden we door opnieuw een prachtige totaal verlaten vallei naar de Mattmark Stausee. Dan blijft er nog gewoon een stuk door de vallei over om terug in Saas-Grund te komen. Deze keer bleven we braafjes op de bodem en gingen geen extra hoogtemeters meer zoeken.
Op zondag moesten we ons tot iets korters beperken omdat ik nog een vliegtuig naar huis moest halen. We liepen naar de Mischabelhut. Deze ligt pal boven Saas op 3340 meter hoogte. Dat betekent eventjes recht omhoog en recht omlaag knallen. Eerst liepen we via de Kapellenweg naar Saas-Fee. Voorbij Saas-Fee gaat het pad dan via een eindeloze reeks haarspeldbochtjes de wand op. Het laatste stuk naar de hut gaat over een met blauwe streepjes gemarkeerde alpiene wandelweg die mooi over een graat loopt. Er zitten om het leven gemakkelijk te maken een heel pak vaste kabels, haken en zelfs een ladder in. Wij maakten er natuurlijk een sport van om die allemaal niet te gebruiken en ook naast de ladder omhoog te klimmen. Vanaf de hut heb je waarschijnlijk een mooi uitzicht. Toen wij er waren dreven overal wat wolkenflarden rond waartussen we de stukken panorama een beetje moesten samen puzzelen.
De afdaling was misschien nog wel het leukste stuk. Ik geef toe dat we hier wel de artificiële hulpmiddelen gebruikt hebben. Je kon er fantastisch van rots naar rots springend omlaag vliegen. Het onderste stuk kom je dan terug op die haarspelbochten terecht. Een beetje verder naar het zuiden zou je gewoon loodrecht omlaag gaan, maar bij die gedisciplineerde Zwitsers volgt iedereen braafjes de haarspelbochten. Ik dus ook. Dat maakt de afdaling nog vrij traag. Om meer te doen had ik die dag geen tijd. Ik had nog een trein en vliegtuig te halen.

Vorige week vloog ik dan nog eens naar Zweden. Ik vloog op Skavsta (bij Nyköping). Mijn plan was deze keer om de bus te nemen tot Norrköping en dan gewoon terug te lopen naar de luchthaven. Om van Norrköping weg te geraken had ik wat verharde stukken nodig, maar eens ik goed en wel van de stad weg was, de velden achter mij liet en het bos in liep kon ik honderden kilometers ronddwalen zonder verharde ondergrond tegen te komen. Als ik daar de tijd voor zou hebben. Ik liep vrij recht naar het noorden tot ik op het Östergotlandsled terecht kwam. Gewoon de markeringen kunnen volgen maakt het leven toch een heel stuk eenvoudiger. Zeker als je hier en daar over een vrij klein pad gaat. Die echt kleine paden zijn op de kaart niet zo heel betrouwbaar.
Na een paar tiental kilometer Östergotlandsled sloot dit aan op het intussen mij welbekende Sörmlandsled. Beide paden zijn erg gelijkaardig en vormen in praktijk een groot samenhangend geheel. Beiden zijn gelijkaardig gemarkeerd en zien er ook gelijkaardig uit. Ze voeren je de hele tijd om de ontelbare heuveltjes die dit gebied rijk is. Onderweg passeer je hele hopen meertjes in alle mogelijk groottes, vormen en formaten. Ik had nog een veel geluk met het weer. Het hele weekend was er een stralend weertje. Ik had niet eens de moeite genomen om een tent of bivakzak mee te sleuren, maar koos gewoon voor in de slaapzak in de open lucht slapen. Dat is de manier waarop ik het liefste rondtrek. Het geeft de grootste vrijheid. Uiteindelijk bleek mijn timing zelfs redelijk ruim en had ik een paar uur overschot alvorens mijn vlucht terug vertrok. Het enige nadeel met helemaal naar de luchthaven teruglopen is dat je om daar te geraken toch nog een paar kilometer asfalt moet lopen. Er zijn niet bijster veel luchthavens waar een bospad tot aan de terminal loopt neem ik aan.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>