Nieuwsbrief december 2014

Na een hele wedstrijdloze periode nam ik nog eens de start voorzien van een borstnummer. Daarvoor trok ik zuidwaarts tot een beetje voorbij Parijs. Het gaat natuurlijk om l’Origole, een nachtelijke trail van 82 kilometer doorheen de bossen die je daar kan vinden. Zoveel andere mogelijkheden zijn er niet om iets langs te lopen die tijd van het jaar. Je loopt er drie verschillende lussen.
Er zijn drie verschillende afstanden die allemaal samen starten. Je mag je dus niet laten vangen aan wat snelle starters op de korte afstanden. Het eerste half uur ging bij mij bar slecht. Geen idee wat er scheelde maar ik geraakte gewoon niet vooruit. In die eerste lus zitten een paar erg leuke hellingen en eens we daar kwamen begon het gelukkig beter te gaan. In vergelijking met vorige jaren lag het allemaal wel een stuk beter beloopbaar. Normaal gezien kan je daar echt goed glijden, maar nu had je de hele tijd vaste grond onder de voeten. Met wat op toerental te komen begon ik vlot lopers in te halen. Ik had natuurlijk geen flauw benul van positie en liep al gauw helemaal alleen. Na die eerste lus bleek ik op kop van de 50 en 82 kilometer te lopen en of er al lopers van de 28 kilometer toegekomen waren was me eigenlijk niet helemaal duidelijk.
Dan beginnen we aan de tweede toer. Die is de minst interessante. Het is de vlakste en snelste ronde van de drie. Om dat wat goed te maken is het ook de modderigste. Veel valt er niet over te zeggen. Ik bleef gewoon tempo maken en heb geen andere lopers gezien.
De derde dan maar. Die is terug wat leuker met een lange reeks van opeenvolgende hellingen waar geen einde aan lijkt te komen. De wedstrijd is gewoonlijk erg goed gemarkeerd maar hier begon ik af en toe toch problemen te krijgen. Hier en daar kwam ik aan een kruispunt waar niet direct een markering zichtbaar was om de richting aan te geven. Ik zag er enkel in de richting waar ik vandaan kwam maar dat helpt natuurlijk niet. Het werd een paar keer met trial en error toch het goede pad bepalen. Na een hele tijd zag ik dan een waarschuwingsbord van de organisatie, maar in de omgekeerde richting gericht. Plots was het duidelijk waar de problemen vandaan kwamen. Ik ben die lus in de verkeerde richting aan het lopen. Ergens ben ik fout gegaan maar ik heb geen idee waar. Eens naar de organisatie bellen leverde een lang gesprek op, maar na veel vijven en zessen was ik er niets wijzer door. Achteraf bleek dat ik al een heel stuk verder was dan ze schatten zodat ze verwezen naar herkenningspunten waar ik al lang voorbij was. En veel meer dan dat ik in een donker bos stond en er al een hele tijd in aan het lopen was kon ik ook niet zeggen. Tijdens mijn telefoongesprek waren twee lopers gepasseerd die me niet wilden geloven dat we iets fout aan het doen waren omdat we de hele tijd markeringen gezien hadden.
Mijn opties waren natuurlijk beperkt. Een eerste mogelijkheid is omdraaien en het parcours in de juiste richting volgen. Maar waarschijnlijk zou dat willen zeggen dat ik gewoon naar de start zou teruglopen zonder ooit te zien waar ik fout ging. Dat staat gelijk aan uit de wedstrijd stappen. Een tweede optie was om verder te doen zoals ik bezig was, in de veronderstelling dat als ik fout ging de lopers achter mij dat ook zouden doen. Een lus in de omgekeerde richting moet me natuurlijk ook terug naar de start brengen en achteraf kunnen we dan nog kijken of we te veel of te weinig gelopen hebben. Dat was de optie die ik koos. Ik schakelde terug naar jogtempo en besloot de lus rustig uit te lopen. Zonder te weten of wat ik deed wel zinnig was en wetende dat ik op verschillende kruispunten met trial en error het juiste pad zou moeten zoeken had ik geen zin om tot het uiterste te gaan. Dat zou me alleen maar frustraties opleveren.
Toen ik plots Aaike van de andere kant zag komen wist ik dat er ook lopers in de goede richting aan het lopen waren. Uiteindelijk bleken de eerste vijf lopers in de verkeerde richting te zijn vertrokken voordat de organisatie de kans had om de markering terug in orde te brengen. Ik heb dus bijna iedereen gekruist. Bij een paar mensen die ik ken stopte ik om even een praatje te maken of anderen stelde ik gewoon gerust dat zij wel degelijk goed bezig waren en ik fout. Uiteindelijk stond ik als vijftiende aan de aankomst, maar dat kon me natuurlijk al lang niets meer schelen.

De week erna trok ik eens een weekendje naar Zwitserland. Meer specifiek ging ik naar Baar, in de buurt van Zug. Erika en Maarten hadden natuurlijk wat inspiratie voor looptochten die ik zou kunnen doen. Op zaterdag nam ik de trein naar Goldau en begon van daar de Rigi Kulm op te lopen. Vanaf een duizend meter hoogte begon er sneeuw te liggen, maar zelfs op de top was het allemaal wel beloopbaar. Op die top heb je een schitterend uitzicht over de bergen in het zuiden en in alle richtingen meren die her en der verspreid liggen. Vanaf de top van de Rigi Kulm volgde ik in essentie de kam. Eerst loopt die een tijdje zuidwaarts tot een mooi uitzichtpunt over de Vierwaldstättersee. Dan buigt de kam af naar het oosten, parallel met het meer. Via Dassen kom je dan op Rigi Scheidegg. De hele tijd loop je daar met een fantastisch uitzicht over een besneeuwd pad. En hier en daar ging ik eerlijk gezegd ook wel even zonder pad verder. Vanaf Rigi Scheidegg draaide ik terug zuidwaarts naar Goldgau. Dat is een erg leuke afdaling. In Zwitserland zijn die eerder zeldzaam omdat ze in hun paden graag een eindeloze reeks haarspeldbochten leggen en zich daar dan ook nog eens aan houden in plaats van al die bochten gewoon af te snijden. Hier hebben ze nog een pad dat gewoon recht omlaag loopt.
Vanaf Goldau had ik nog een paar uren daglicht over. Ik besloot dan maar om gewoon naar Baar terug te lopen in plaats van de trein te nemen. Het is daar wat minder spectaculair dan wat ik eerder op de dag liep, maar ik vond toch een mooie route met goede uitzichten op de Zuger See. Het is daar wat lager, zodat ik meer door de bossen en beneden de sneeuwgrens liep. Tegen dat ik aan de Zugerberg kwam werd het donker en kreeg ik een mooi uitzicht over het nachtelijke Zug. Van daar is het nog maar gewoon wat dalen naar Baar.
De volgende dag liep ik de andere richting uit. Vanuit Baar liep ik de Albishorn op vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de Züricher See. De naam klinkt alsof het een hoge top is, maar in werkelijkheid is het gewoon een klein bultje in de heuvelrug langs de Züricher See. Die volgde ik de hele tijd noordwaarts. Zonder echt spectaculair te worden heb je daar toch dikwijls een mooi uitzicht aan beide kanten. Ook staat er een uitzichttoren waar ik natuurlijk eens op moest kruipen. Tegen dat ik aan de Uetliberg kwam (met opnieuw een uitzichttoren waar ik absoluut eens op moest kruipen) daalde ik de heuvelrug af en liep Zürich binnen. Na wat supporteren voor Maarten die uitgenodigd was voor de elitewedstrijd van de Züricher Silvesterlauf was het dan tijd om terug te vliegen.

De week daarna probeerde ik nog eens een alternatief wedstrijdje. Dan ging in het Zoniënwoud de “Ultra Longues Distances” door. Dat is een oriëntatieloop in ploegjes van twee die helemaal niet zo ultralang is als de naam laat vermoeden. Met een twintigtal kilometer in vogelvlucht kom je er wel. Ik liep samen met Droopy. Dat betekent dat we een ploegje van twee niet-oriëntatielopers vormden. Veel hadden we dus niet te bewijzen.
We laten ons natuurlijk niet zomaar doen. We startten goed mee met de anderen, maar de eerste posten waren toch niet helemaal hoe het moet. Zeker aan post vijf gingen we totaal de mist in, gingen veel te ver naar links en kwamen uiteindelijk op een pad uit waar we eigenlijk niets verloren hadden. Met een hele omweg kwamen we toch bij de post uit, maar daar hebben we behoorlijk wat tijd verloren. Gelukkig kwamen we er steeds beter in en vonden we de posten steed vlotter. Ik heb de indruk dat ook de naar oriëntatienormen lange afstand in ons voordeel speelde. De oriëntatielopers zijn gewoon om wedstrijden van ongeveer een uur te lopen. Droopy en ik kunnen misschien niet super oriënteren, maar lopen en vooral blijven lopen kunnen we als weinig anderen. Een aantal keren had ik de indruk dat onze keuzes toch beter waren dan oriëntatielopers die er in elk geval minder amateuristisch dan ons uitzagen. Of misschien maak ik nu mezelf iets wijs. De voorlaatste post hebben we dan nog eens behoorlijk geknoeid. Vooral omdat ik met de beste wil van de wereld geen goede manier zag om die post aan te vallen. Uiteindelijk haalden we de aankomst na een correct parcours als zevende ploeg. Ik vind dat we daar toch tevreden mee mogen zijn.

Een laatste iets dat ik over december kan vertellen was een uitstapje dat ik maakte tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Ik ben dan verplicht verlof te nemen, dus trek dan steeds ergens heen. Meestal verken ik dan iets bergachtigs in zuidelijke richting. Kwestie van niet al te veel problemen met sneeuw te hebben. Deze keer viel mijn oog op Cyprus. Een land waar ik nog nooit eerder was.
Met een kleine week tijd ter beschikking was mijn plan eenvoudig. Ik wilde het eiland min of meer doorsteken over de bergachtige ruggengraat van het eiland. Om het helemaal compleet te maken is er de E4-wandelroute die min of meer doet wat ik in gedachten had. Vanaf de luchthaven van Larnaca liep ik in eerste instantie weg van de kust op zoek naar die fameuze wandelroute. Dicht bij de kust is het eiland niet zo bijster interessant. Het is er redelijk vlak en dor. Je kan er wel wat onverharde wegen vinden tussen de velden. Na een paar uur kwam ik dan de eerste heuvels tegen waar het lopen een heel stuk leuker werd.
In de loop van de dag kwam ik steeds dichter bij een berg die al de hele dag mijn zicht domineerde. Blijkbaar stond er een orthodox klooster op van waar je mooi op de omgeving kan uitkijken. De dagen erna zou ik nog regelmatig een klooster of kerk tegen komen op zeer goed uitgekozen plaatsen.
Naarmate ik verder ging werden de bergen steeds hoger en het weer steeds slechter. Ik vermoed dat de wolken tegen de bergen bleven hangen waar ze voor bewolking, mist en wat regen zorgden. In de loop van de dagen werden de bergen ook steeds groener. Waar het de eerste dag eerder heuvels waren met wat dorre struiken, kreeg ik in de volgende dagen steeds meer indrukwekkende valleien tussen beboste hellingen te zien.
De ochtend van de vierde dag was ik in het hart van het Troodosgebergte, waar zich ook de Olympus bevindt. Met een hoogte van net geen 2000 meter is dit de hoogste berg van Cyprus. Daar moet ik natuurlijk eens op kruipen. Dat lukte uitstekend tot ik op een paar tiental meter van de top voor een hekken stond. Blijkbaar hebben de militairen de top ingepalmd. Iets wat ze overigens met nog verschillende andere toppen en andere lappen grond daar in de buurt gedaan hebben. De top heb ik dus niet gehaald, maar ik vermoed dat ik niet echt iets gemist heb want een dichte mist zorgde ervoor dat ik toch geen fluit kon zien.
Als je de hoogste berg van het eiland passeert moet je daarna natuurlijk lager terrein opzoeken. De vijfde dag liep ik terug landbouwgebied binnen en tegen ‘s avonds kwam ik bij Paphos, vanwaar ik de bus terug nam.
Onderweg naar Larnaca moest ik overstappen in Levkosia (of Nicosia zoals de stad bij ons meestal genoemd wordt). Ik maakte natuurlijk van de gelegenheid gebruik om eens in Noord-Cyprus te gaan rondwandelen.
Tegenwoordig is de politieke situatie voldoende gekalmeerd en mogen toeristen zonder veel moeilijkheden de grens over. Midden in de oude stad is een erg drukke grensovergang, maar ik zou aanraden om over te steken bij de grensovergang aan Letra Palace. In tegenstelling tot de grensovergang in de oude stad heb je daar een vrij brede neutrale zone waar de Verenigde Naties de Grieken en Turken uit elkaar proberen te houden. Het wandelen door die verlaten neutrale zone is volgens mij het meest indrukwekkende aan de grens. Het voelt bijzonder bevreemdend aan.
Daarna was het voor mij jammer genoeg tijd om terug te keren naar huis.

Zo, daarmee zit 2014 er op. Waarschijnlijk word ik dan verondersteld om eens terug te blikken op het voorbij jaar. Maar de nieuwsbrief is deze maand al veel te lang, dus gaan we dat achterwege laten. Wat voorbij is hebben jullie al in eerdere nieuwsbrieven gelezen en wat in 2015 allemaal gaat gebeuren zien we wel als het komt. Ik ben nog plannen aan het maken en heb natuurlijk meer dan genoeg goede ideeën om het hele jaar te vullen.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>