Nieuwsbrief maart 2015

De afgelopen tijd heb ik naar goede gewoonte niet stil gezeten. Aan het begin van de maand kon je me een weekend in Engeland terugvinden. De belangrijkste motivatie daarvoor is dat je richting Manchester bijna altijd wel een goedkope vlucht kan vinden. En Manchester is interessant omdat het vlak bij het Peak District gelegen is. Vanaf de luchthaven sta je op uurtje in Glossop, aan de rand van het nationaal park. Ik koos deze keer voor een grote lus zuidwaarts. In eerste instantie klom ik tot de Pennine Way, die ik begon te volgen. Die is bijna overal goed beloopbaar en makkelijk te vinden, maar heeft als nadeel dat er altijd redelijk wat volk op terug te vinden is.
Voor een goed uitzicht moet je natuurlijk niet in Engeland zijn. De hele dag waren er laag hangende wolken die het zicht beperkten tot de omliggende bergen. Op de toppen was het dikwijls een totale leegte met enkel wat bogs en dichte wolken in zicht. Bij de wat meer spectaculaire passages zoals Kinder Downfall zag je net genoeg om eens naar beneden te kijken en te zien dat je daar beter niet te veel naast het pad terecht komt. Er stond een flinke wind die erover waakte dat je het zeker niet te warm zou krijgen. Daarover hoor je mij natuurlijk niet klagen.
In de buurt van Brown Knoll verliet ik dan de Pennine Way en liep naar Mam Tor. Daar begint een mooie heuvelrug waarover je netjes een wat meer bewoond stuk kan overbruggen. Langs beide kanten strekt zich een vallei uit. Aan het einde van de heuvelrug daalde ik naar Hope, klom over de top van de Win Hill, daalde aan de andere kant naar het bos en zocht in de bos een plaatsje uit om mijn bivakzak naar te leggen. Voor die dag was het genoeg geweest.
De volgende dag liep ik dan in een niet zo heel rechte lijn terug naar Glossop. De wolken hingen wat lager dan de dag tevoren, want toen ik terug richting toppen klom kwam ik in de mist terecht. Zeker op de stukken zonder pad maakt dat het navigeren iets uitdagender. Vooral de doorsteek van Bleaklow Stones naar Bleaklow Head was niet evident. Voor zover daar een pad ligt splitst het dikwijls in verschillende takken en je loopt er dwars doorheen een ware doolhof van bogs. Op kompas lukte het wel om de goede richting aan te houden. Daarna volgde een stukje Pennine Way, die ik terug verliet om over de top van Cock Hill terug naar Glossop af te dalen. Netjes op tijd om mijn vliegtuig terug te halen.

Twee weken later trok ik totaal de andere richting uit. Het ging naar Barcelona om daar deel te nemen aan de Barcelona Rogaining. Voor mij was het de eerste keer dat ik aan een rogaine zou deelnemen, maar eerder had ik wel al ervaring opgedaan met gelijkaardige wedstrijden. Wat is zo een rogaine dan juist? De basis is een orientatieloop met het scoresysteem. Dat houdt in dat je zoveel mogelijk posten moet vinden binnen een vaste tijd. Elke post levert een aantal punten op (in dit geval varierend van drie tot negen punten) en wie op het einde het meeste punten gescoord heeft is de winnaar. Te laat terugkomen levert natuurlijk strafpunten op. Specifiek voor een rogaine is dat je een behoorlijke tijd krijgt (in dit geval zes uur en dat is toch wel het minimum voor een rogaine; op kampioenschappen is het 24 uur) en dat je in ploegen moet lopen. In dit geval moesten de ploegen tussen twee en vijf lopers tellen. In Siebrig vond ik een goed slachtoffer dat met mij wilde meelopen. Samen vormden we team The Beauty and the Beast. Iedereen is het er over eens dat het een toepasselijke naam is, maar wie de beauty en wie dat beast is, is nog steeds een bron van ruzie in het team.
Zoiets doe je natuurlijk niet in een stad. Gelukkig zijn vlakbij Barcelona verschillende uitgestrekte natuurgebieden en in zo eentje ging het door. Kort voor de start kregen we de kaart en konden we een route in elkaar puzzelen. We besloten te starten met een negenpunter vlakbij de start en dan verder te lopen in wijzerzin. Daarmee zouden we eerst de noordkant van de kaart opruimen en wat me nog in het zuiden meepikten hing dan af van de tijd we nog over zouden hebben. We waren natuurlijk niet de enigen met dat plan en de eerste posten werden vrij vlot in groep gevonden. Het helpt natuurlijk als er een paar voor je eerst wat gezocht hebben. Na een vijftal posten liepen de teams ver genoeg uit elkaar en moesten we het echt wel zelf uitzoeken. De meeste posten vonden we erg vlot wat ons het nodige vertrouwen gaf. Bij een negenpunter die wat verloren op de helling lag, waren we zelfs bijzonder goed. Terwijl velen daar veel tijd verloren hadden we die direct te pakken. Ik ben nog steeds erg trots op hoe we daar georienteerd hebben. Het weglopen van die post was een stuk minder. De kaart gaf de dichtheid van de vegetatie niet aan en onze gekozen lijn bleek dwars door doornige struiken waar we amper door geraakten te lopen. Het was niet echt een fout van ons, maar deed ons toch veel van de moeizaam gewonnen tijd verliezen.
Een paar posten verder zaten we helemaal in de problemen. Een zevenpunter die er op de kaart redelijk evident uitzag vonden we gewoon niet. Met nog een drietal andere ploegen liepen we daar alles uit te kammen, zonder succes. We zijn dus zeker niet de enigen die daar problemen hadden. Uiteindelijk hebben we de post gelaten voor wat hij was. Achteraf bleek dat hij aan de andere kant van het pad lag dan wat op de kaart stond aangegeven. Frustrerend.
Daarna ging het gelukkig terug vlotter en de ene na de andere post werd vlot gevonden. De zuidkant van de kaart hebben we maar heel beperkt kunnen afwerken. Het werd gewoon tijd om terug te keren naar de aankomst. Helemaal op het einde waren onze keuzes wat minder geslaagd. Daar hadden we toch een paar punten extra kunnen scoren. Maar al bij al hebben we wel het resultaat behaald dat we waard waren. Met ons totaal van 176 punten werden we in totaal achtste (en vierde in onze categorie “Mixtes Open”).

Afgelopen weekend trok ik dan nog eens zuidwaarts. Deze keer was Italie de bestemming. Ik vloog naar Bergamo met het plan om een paar dagen in de Prealpi Bergamasche rond te lopen. Het schitterende aan Bergamo is dat het echt aan de voet van de bergen ligt. En dat de vluchten erheen bijna altijd spotgoedkoop zijn.
Het idee was dus simpel: beginnen lopen vanuit Bergamo naar het noorden en zorgen dat ik op tijd op een trein terug zat om op tijd mijn vliegtuig te halen. De eerste dag ging erg vlot. Het weer was bewolkt dus de mooie uitzichten bleven wat achterwege, maar ik liep netjes van berg naar berg. Hoe verder naar het noorden hoe hoger en woester die bergen worden. In eerste instantie zijn dat toppen van een duizendtal meter hoogte. Tegen de avond gingen ze toch al een stuk boven de duizend meter en daar bleek nog wat sneeuw te liggen. Ik bivakkeerde tussen wat sneeuwplekken wat altijd voor koude omstandigheden zorgt.
‘s Morgens bleek het weer niet direct beter. In tegendeel, ik zat in een dichte mist. Het zicht was beperkt tot een meter of tien. Enkel toen ik eens diep daalde om Lecco te passeren kwam ik onder de wolken uit, maar voor de rest liep ik de hele dag in de wolken. Aan sommige noordflanken lag echt nog veel sneeuw, zelfs op vrij lage hoogte. Hoewel ik steeds beneden de 1500 meter bleef was meer dan een halve meter geen uitzondering. Onder die omstandigheden waagde ik me natuurlijk niet te hoog en beperkte me tot de paden waar al een spoor gemaakt was. Anders zou ik toch maar hopeloos verloren lopen.
Pas tegen de avond toen ik op de flanken boven Pasturo passeerde kwam de zon er een beetje door en kreeg ik eindelijk wat zicht op de vallei. Ik bivakkeerde opnieuw op ongeveer 1500 meter hoogte. Dat garandeerde me nog eens een bitter koude nacht.
De volgende ochtend had het weer een wonderbaarlijke metamorfose gemaakt en was er een helder blauwe lucht. Geen wolkje te zien. Daarmee kreeg ik toch nog een paar erg mooie uitzichten cadeau. Een snijdende wind maakte het wel ijzig koud in de vroege ochtend. Wat later op de dag werd de temperatuur aangenamer eens de zon alles begon op te warmen. Ik gebruikte die laatste halve dag om naar het Comomeer te dalen. Dat bereikte ik in Belluno, een schitterend stadje met van die typisch zuiderse steegjes. Daar stapte ik op de trein richting Bergamo en daarmee zat het Italiaanse tochtje er ook op.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>