Nieuwsbrief januari 2010

Afgelopen maand ben ik behoorlijk bezig geweest, jullie krijgen dus een vrij lange nieuwsbrief te verwerken deze keer.

Het eerste vermeldenswaardige was de “Diable en Off”. Dit was een trainingsloop op het parcours van “Les Pierres du Diable”. Deze populaire nachtloop is voor een paar jaar van de kalender verdwenen en zal zijn volgende editie pas in 2012 kennen. De organisatoren waren toch zo vriendelijk ons het parcours eens overdag te laten verkennen, zonder wedstrijd. Een mooie kans om de ongetwijfeld mooie landschappen die ik alleen van in het donker ken eens echt te zien is dat. De sneeuw tijdens de dagen voor de loop maakte het natuurlijk alleen maar leuker. Meer dan honderd lopers stonden klaar om dertig kilometer door het witte tapijt te baggeren. Het eerste uur zorgde mist ervoor dat we van het landschap nog steeds geen fluit zagen, maar daarna maakte die plaats voor een stralend blauwe lucht. En ja, de landschappen waren prachtig, de sneeuw dikwijls nog ongerept en de finale klim op de skipiste van de Baraque Fraîture even pittig als ‘s nachts. Met deze keer als bijkomende hindernis de sledes die ons wel als kegelbaan leken te gebruiken.

Het ploeteren in de sneeuw moest een goede voorbereiding voorstellen op de 70km lange wedstrijd het weekend erna. In Chili is het momenteel zomer, dus de omstandigheden waren toch wel lichtjes anders. Een temperatuur van vijfentwintig graden maakte het in de schaduw aangenaam. Eens de zon er wat doorkwam werd het al snel veel te warm voor mij. De eerste kilometertjes liepen we op straat doorheen Lican Ray. Tot mijn grote verrassing vertrok iedereen als een zot. Ik schat dat ik ergens halverwege het pak achter de feiten liep aan te hollen. Ofwel moeten die Chilenen wel erg sterke lopers zijn, ofwel zijn er een paar zich serieus aan het vergalopperen. Het bleek gelukkig voor mij dat laatste te zijn, zodat ik al snel de top tien binnen schoof. Na een paar kilometer kwamen we op leuke grindbaantjes terecht die ons geleidelijk aan de flanken van de Volcán Villarrica opvoerden. Met een laatste uitbarsting in 2008 lijkt me dat nog een behoorlijk actief vulkaantje te zijn. De hele tijd torende zijn sneeuwbedekte top boven ons uit. Na een uurtje of twee werden de grindbaantjes steeds smaller, werden een pad en uiteindelijk een nauwelijks zichtbaar paadje doorheen een soort jungle. Regelmatig moesten we eens over een omgevallen boom klauteren. Daarna volgde een erg snelle afdaling. Ikzelf kwam ondertussen nooit echt op gang. De hele tijd voelde ik me gigantisch vermoeid. Een reis van meer dan 40 uren om aan de start te geraken laat blijkbaar toch wel wat sporen na. Tot overmaat van ramp had ik mijn camelback klaargemaakt met wat lokaal energiepoeder, dat veel gesuikerder bleek te zijn dan ik verwachtte. Ik kreeg het spul met de beste wil van de wereld niet naar binnen. En als de enige bevoorrading zich pas na 50km lopen bevindt is dat niet echt een luxueuze situatie. Na de afdaling klommen we nogmaals via een onverhard baantje de flank van de vulkaan omhoog. Daarna volgde een lange afdaling naar het Lago Villarrica (= Meer van Villarrica) om te finishen in het centrum van het stadje Villarrica. Of dat was toch wat ik dacht. Blijkbaar zat in de afdaling een eindeloze aaneenschakeling van erg nijdige klimmetjes en afdalinkjes waarop ik nog behoorlijk sterretjes heb gezien. Uiteindelijk liep ik na zes en een half uur als zesde over de finish. Het was een lastige, maar erg leuke wedstrijd.

Van het weekje dat ik daarna nog in Concepción was, maakte ik gebruik om nog een leuk traininkje op de Volcán Chillán af te werken. Ik vertrok onder tropische omstandigheden om de dik drieduizend meter hoge vulkaan zo ver mogelijk op te lopen. Na een klein beetje lopen dreven al donkere wolken binnen. Eens ik goed en wel op de flank zat viel daar zelfs wat motregen uit. Daar laat ik me natuurlijk niet door afschrikken. Nog wat hoger begon het echt goed te regenen. Ik trok mijn regenjas aan en liep verder. Tussen de regendruppels begonnen ook wat hagelstenen te zitten. Ik ben een yeti en trek mij daar niets van aan. De wind wakkerde aan tot stormkracht en hagelstenen geselden de vulkaanflank. Mist herleidde de zichtbaarheid tot nihil. Ik trok mijn waterdichte broek aan en baande mij verder een weg omhoog. Toen in de wolken om mij heen donderslagen begonnen te weerklinken, besloot ik toch maar mijn verstand te gebruiken en af te dalen. Een onweer meer dan tweeduizend meter hoog op een onbeschutte vulkaanflank is niet iets om mee te lachen. Waar ik omhoog gekomen was doorheen een zwarte vulkanische mengeling van zand, stenen en rotsen, was nu alles bedekt met een witte laag hagelstenen. Het werd een waanzinnige afdaling waarbij de hagel lager op de flank plaats maakte voor regen en het pad/wegje dat ik volgde regelmatig overspoeld werd door een kolkende waterstroom die er tijdens de beklimming echt nog niet was. De wijze raad van Nonkel Yeti: wees steeds voorbereid op alle mogelijk weertypes als je in de bergen gaat lopen. Ik mag er niet aan denken wat gebeurd zou zijn als ik geen waterdichte kledij bijgehad zou hebben.

Op de terugreis vanuit Chili maakte ik nog van de gelegenheid gebruik om een beetje in Santiago rond te wandelen. Met een temperatuur van 35 graden was het daar toch wat aan de warme kant voor mij. Een dagje later maakte ik dan een tussenstop in New York waar de temperatuur eveneens 35 graden was, maar dan Fahrenheit in plaats van Celsius. Dat is net boven het vriespunt. Ik werd verondersteld de hele dag braafjes aan de gate op het vliegtuig te wachten. Dat was natuurlijk niet wat ik in gedachten had. In de plaats daarvan trok ik mijn loopschoenen aan om al trainend de stad te verkennen. Ik vertrok in Brooklyn, liep over Brooklyn Bridge naar Manhattan en rondde de zuidpunt van het schiereiland. Na een klein omwegje langs Wall Street en Ground Zero liep ik noordwaarts langsheen de Hudson om een toertje in Central Park te maken. Van daaruit liep ik zuidwaarts over Broadway naar Times Square, boog af naar het Chrysler Building en het hoofdkwartier van de Verenigde Naties om terug noordwaarts te keren. Na nog eens Central Park te doorkruisen kwam ik aan Westside, waar ik na een kleine vijf uur lopen de metro terug naar de luchthaven indook. Het was een erg leuke manier om de stad te verkennen. Echt een aanrader voor als je anders je toch maar op een luchthaven zou zitten vervelen.

Een weekje later trok ik voor een weekendje naar de Pyreneeën. In Ax-les-Thermes stond daar de 50km lange Trail Blanch’ op het programma. Deze werd verondersteld ons de hele tijd doorheen de woeste bergen en de diepe sneeuw te voeren. Lawinegevaar besliste er jammer genoeg anders over. Het parcours werd ingekort tot 35km (met toch 2300 positieve hoogtemeters), bleef bijna de hele tijd in de buurt van het skigebied en er moest een rondje tweemaal afgewerkt worden. De eerste kilometers waren vlak, waarna een gruwelijk steile klim volgde. Eens we hoog genoeg kwamen was het pad dan nog eens bedekt met een spiegelgladde ijslaag. Ik weet nu hoe het voelt om een bobsleebaan op te lopen. Dat gaat gewoon niet. Eens boven aangekomen wachtte ons een ongelooflijke afdaling doorheen het enige stuk diepsneeuw van het parcours. Hier was geen pad meer. Het was gewoon tot over knie in de sneeuw wegzakken. Terug in het skidomein aangekomen werden we voor een tweede maal het spiegelgladde pad opgestuurd. De passage van honderden voetjes hadden intussen gelukkig voor wat meer grip gezorgd. Tijdens de afdaling daarentegen was in de sneeuw een mooi padje aangestampt door diezelfde honderden voetjes. Hier was geen lopen of zelfs stappen meer mogelijk. De enige mogelijkheid om beneden te geraken was neerzitten en naar beneden glijden. Ik heb van die afdaling een mooie foto gevonden die op http://tinyurl.com/axbobslee te bekijken valt. Ik ben voor 95% zeker dat ik de loper helemaal bovenaan ben. Het ging in elk geval sneller vooruit dan kniediep door de sneeuw ploeteren. Eens terug in het skidomein daalden we verder met een mooie reeks haarspeldbochten naar de bodem van de vallei. Zonder dat het ooit echt goed ging liep ik daar als 16de over de streep na 4u40. Misschien had ik me beter toch niet laten overhalen om de dag voor de wedstrijd voor het eerst in mijn leven eens Alpijns te skiën. Het was een leuk weekend, maar het aangepaste parcours was toch niet waarvoor ik naar de Pyreneeën getrokken was. Hopelijk kan volgend jaar de wedstrijd toch doorgaan over het oorspronkelijk voorziene parcours.

Nog een weekend later, en dan zitten we bij afgelopen weekend, liep ik de Trail des Lucioles Soironnaises. Nu de Pierres du Diable niet meer op de kalender staat is dat de enige nachttrail die ons landje nog rijk is. Zijn 23km zijn goed voor het wildste parcours dat bij ons te vinden valt. De verse sneeuw gaf het allemaal nog een tikkeltje extra. Omdat 23km wat aan de korte kant is voor mij en ik het parcours een beetje ken, startte ik erg op het gemak. Een twintigtal lopers liep al snel voor mij uit. Naarmate we vorderden haalde ik steeds maar lopers bij. Naar erg goede gewoonte ging het parcours regelmatig recht de hellingen op en dan ook weer af. Gewoonlijk gebeurt dat over erg glibberige modderpaden, maar dit jaar zorgde de sneeuw toch voor wat extra grip. Langs de andere kant is het ploeteren doorheen een soms een paar tiental centimeter diepe sneeuwlaag ferm lastiger dan doorheen wat modder baggeren. En zoals elk jaar kregen we een paar halsbrekende stukken dwars door het bos, zonder enig pad, voor de voeten geschoven. Ik zette mijn inhaalrace verder tot ik tijdens een sanitaire stop op een paar kilometer van het einde werd bijgehaald door Renaud die nog trager gestart was. Tijdens de laatste moordende klim liep ik hem terug voorbij om tijdens de daaropvolgende afdaling terug ingehaald te worden. In de laatste kilometer haalde hij ook nog Olivier in en besloot bij hem te blijven. Dat gaf mij de kans om terug te komen op hun beiden en met z’n drieën liepen we samen over de finish. Pas na de aankomst had ik door dat voor ons nog niemand was toegekomen. Van een leuke verrassing gesproken. Onze winnende tijd van 2u05 zegt waarschijnlijk genoeg over de moeilijkheidsgraad van het parcours.

Dat was het dan voor afgelopen maand. De komende maand wordt een beetje rustiger met maar twee geplande wedstrijden: het komend weekend een 50 mijl in Engeland en aan het einde van de maand de Magnétoise. Maak jullie geen zorgen. Het is maar wat stilte voor de storm die ik in maart voorzie.

Tot slot wil ik ook nog even meegeven dat ik mijn kalender met natuurlopen en trails geherlanceerd heb. Deze is te vinden op http://kalender.ptityeti.be (of http://calendrier.ptityeti.be voor de franstaligen). Je weet dus waarheen als je op zoek bent naar een mooi wedstrijdje.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>