Nieuwsbrief augustus 2008

Zoals ik in mijn vorige nieuwsbrief schreef stond de voorbij maand helemaal in het teken van de Petite Trotte à Léon (PTL). Daarbij kregen we een afstand van 220km met 17000 positieve hoogtemeters voor de voeten geschoven. Dit alles af te werken met een ploeg van drie, die de hele tijd samen moeten blijven, en enkel de refuges als bevoorrading.

Hoe train je voor zoiets als je maar vijf weken hebt? In mijn geval was dat de eerste weken rustig terug een beetje beginnen lopen. De enige serieuze training die ik daarna deed, gebeurde in het weekend. Eerst trok ik een weekendje naar de Ardennen waar ik een tiental uren op de hellingen liep. Een tiental dagen voor de PTL was ik dan nog eens een weekend in de Ardennen en liep daar op twee dagen 16 uur dwars door de bossen, helling op en helling af. Onderweg kon ik nog een paar keer genieten van wat hertjes en everzwijntjes. Dat moest maar volstaan als voorbereiding op de tocht door de Alpen.

Samen met Fieu en Gandhi stond ik vorige week woensdag klaar voor het grote onbekende. Bij zo goed als iedereen was toekomen de grote ambitie. En dat wil wat zeggen als je tussen allemaal ervaren 100 mijl-lopers staat. Even buiten Chamonix vatten we de eerste van vele hellingen aan. Zoals eigenlijk te verwachten was, liep iedereen daar veel te hard van stapel. Naarmate de hellingen passeerden verspreidden de zestig ploegen zich over het parcours. Ons plan was om in de Refuge de la Croix du Bonhomme een beetje te slapen. We kwamen daar ergens rond de tiende positie aan. Meteen was onze ambitie om die top-10 plaats vast te houden, geboren. We aten er een beetje en sliepen er een uurtje of vier. Of beter gezegd: we probeerden er een uurtje of vier te slapen. Omdat het na die refuge een erg lange weg was tot de volgende refuge hadden een heel pak ploegen hetzelde plan. Resultaat: een heksenketel van komende en gaande ploegen. Geen van ons drieën slaagde erin die nacht een oog dicht te doen.

In de vroege uurtjes gingen we terug op pad. Door onze pauze verloren we wat plaatsen, en hadden geen flauw idee meer van onze positie in het pak. Bij ons ging het nog steeds prima zodat we een paar ploegjes konden bijhalen. Rond de middag werd de hitte de belangrijkste tegenstander. Ons moreel kreeg een flinke boost toen we van onze trouwste supporter Nele hoorden dat we in vijfde stelling passeerden. Blijkbaar begonnen hellingen en warmte hun tol te eisen bij de andere ploegen. Aan het einde van de dag op de Col de Malatra was bij ons ook het beste eraf en met veel plezier kwamen we toe bij de paters van het Hospice du Grand Saint-Bernard. Hier sliepen we terug een uurtje of vier. Hoewel er nog wat ploegen binnen vielen, lukte het deze keer wel om te slapen. We waren een stuk meer vermoeid en het was er een pak minder druk dan de vorige nacht. Het besef dat we hier nog maar in de buurt van de helft waren, deed ons toch even slikken.

Het was opnieuw nog erg vroeg toe we terug op pad gingen. Blijkbaar waren we de vroegste opstaanders, want we liepen op dat moment op een derde plaats. Deze plaats was zeker niet verworven: in de loop van de dag wisselden we een paar keer van positie met een Franse ploeg die kort achter ons vertrok. De dag werd opnieuw erg heet. In de namiddag moesten we het Fenêtre d’Arpette beklimmen onder een loden zon. Na de daaropvolgende afdaling konden we even op ons positieven komen alvorens nog een lang nachtelijk stuk aan te vatten. Hier vroegen de Fransen ons of zich bij ons mochten aansluiten. Zij liepen zonder gps en dan was het lange nachtelijke stuk een zo goed als hopeloze zaak. Bij ons was ik de man die ons met behulp van de gps op het rechte spoor hield. We waren alweer zo’n 24 uur op pad toen we bij de Refuge du Vieux Emosson aankwamen. Met nog maar een paar tiental kilometer voor de boeg had ik veel zin om in één ruk door te gaan tot de finish, maar mijn metgezellen maakten me duidelijk dat ik hun in dat geval zou moeten dragen. Dat zag ik ook niet echt zitten, dus we sliepen er een uurtje of twee. Terug een beetje wakker vertrokken we bij het eerste licht voor het laatste stuk naar Chamonix. Op het einde trokken we nog even goed door (op dat moment natuurlijk een erg relatief begrip) en kwamen aan in Chamonix zo’n 77 uur nadat we daar vertrokken waren. Samen met de Fransen waren we derde ploeg om het rondje af te werken.

Achteraf bekeken hebben we het met de Célestes er daar schitterend vanaf gebracht. Van onze vijf ploegen finishten er vier, waarvan twee zelfs op de podiumplaatsen. Helemaal ongelooflijk is de prestatie van pdm, jupal en tm die het toertje in dik 65 uur afwerkten en zo als snelsten in Chamonix terugkwamen. Onderweg sliepen ze in totaal een drietal uurtjes… Iedereen is het erover eens dat deze première meer dan geslaagd is. Het parcours is “du jamais vu” met onvergetelijke passages langsheen vele bergpassen en -kammen. Ik kan het echt iedereen (die een ruime ervaring in de bergen heeft) aanraden. Het is een terug keer naar de essentie van het lopen.

En dan nu de volgende vraag: “Hoe herstel je van zoiets?”. Tja, in de eerste plaats door het wat kalmpjes aan te doen natuurlijk. De eerste weken moet je me dus niet in een wedstrijd verwachten. Pas tegen het einde van de maand zal ik misschien nog eens eentje lopen. Maar eigenlijk voel ik me nog erg goed na die 220 kilometer. Zo goed dat ik al mijn inschrijving voor een 136km in Noord-Frankrijk die over een maand betwist wordt opgestuurd heb. Misschien een beetje overmoedig, dat zou kunnen. Ik vertel jullie in een volgende nieuwsbrief wel wat ons daar te wachten staat.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>