Nieuwsbrief november 2008

De lange zware zomer liet duidelijk zijn sporen na bij mij. De hele periode oktober-november ging het lopen helemaal niet zoals het zou moeten. Een beetje rust leek de enige oplossing en dat heb ik het grootste deel van november dan ook gedaan.

Pas twee weken geleden begon ik terug wat deftig te trainen met wat lange duurlopen. De gedroomde plaats hiervoor is natuurlijk de Ardennen. Zo komt het dan dat je op vrijdagavond/nacht met de rugzak door het bos aan het lopen bent. Ik moest een heel stuk over asfalt omdat de boswachter me uit het bos kwam plukken, maar zodra ik ver genoeg was om die brave man niet meer tegen te komen, zocht ik terug de kleine paadjes op. En dan loop je rond middernacht diep in een donker bos. De eerste sneeuw zorgt voor een witte muur in het licht van mijn koplamp, waardoor de zichtbaarheid maar een meter of tien is. Plots hoor ik naast mij hevig gekraak en het volgende moment stormt voor mijn neus een everzwijn het pad over. Ik sta onmiddellijk stil en zie nog drie andere everzwijnen op dezelfde plaats oversteken. Na wat stampen op de grond schudden aan takken ga ik ervan uit dat de everzwijntjes wel weg zijn en loop ik verder. Amper tweehonderd meter verder weerklinkt weer luid gekraak uit het bos. Ik stop opnieuw, kijk eens voorzichtig rond en zie naast mij een everzwijn staan. Het beest kijkt eens terug en wroet dan vrolijk verder. Tot nu toe ging ik ervan uit dat everzwijnen schrik zouden hebben van mijn koplamp. Mooi niet dus. Terwijl ik mij zo stil mogelijk houd, stapt het beest wat dieper het bos in en komt een tweede everzwijn rustig het pad overgestoken en wandelt dan parallel met het pad naar mij toe. Nog een derde everzwijn steekt op dezelfde plaats over, maar wandelt gelukkig dieper het bos in. Na nog wat geknor en gewroet vinden de everzwijnen naast mij het wel welletjes en vervolgen hun weg. Als ik een tijdje niets meer hoor, waag ik het me terug te bewegen en loop verder aan een flink tempo. Zoiets is toch niet aan te raden voor hartpatiƫnten.
Op zaterdag lag er op de tafel buiten een kleine tien centimeter sneeuw. Dat vraagt natuurlijk om een lange duurloop. Ik heb zowat de hele dag door het bos gebaggerd, met op het ergste punt een centimeter of dertig waar ik doorheen moest. Na een duurloop van een zestal uurtjes was het welletjes. Op zondag was ik terug thuis, maar die dag viel ook hier de sneeuw met bakken uit de lucht. Het was echt wel het grote sneeuwweekend van het jaar.

Vorige week probeerde ik dan wat ik nog zou kunnen in de trailklassieker Olne-Spa-Olne. De grote vraag was of die ene lange duurloop zou volstaan als voorbereiding voor 65 zware kilometers. Na een paar kilometer had ik al door dat ik vooraan niets verloren had. Ik heb dan maar wijselijk besloten me niet met de strijd vooraan te moeien. Zelfs dat bleek niet voldoende want in de tweede helft geraakte ik absoluut niet meer vooruit. Dankzij nog wat verkeerd lopen op het einde (er stond een pijl, maar die was blijkbaar niet voor ons bedoeld) finishte ik een vol uur trager dan vorig jaar. Het is duidelijk dat ik dringend terug een beetje deftig moet beginnen trainen.

Gisteren stond dan in Terneuzen de intussen klassieke aflossingsmarathon op het programma. Met mijn momenteel barslechte conditie liet ik de eerste ploeg voor wat hij was en amuseerde me een beetje in de tweede (of was het nu derde) ploeg. Ik liep er drie van de acht aflossingen (telkens een dikke vijf kilometer lang) in achtereenvolgens 18.43, 19.27 en 18.51. Ook een stuk trager dan wat ik de voorbije jaren liep. Op het einde kwam er nog een sprint aan te pas om onze derde (of was het nu tweede) ploeg bij te halen, maar uiteindelijk strandde ik op acht seconden van Dirk. Net zoals vorig jaar haalden onze snelste ploegen de overwinning binnen bij zowel de mannen als de vrouwen. Met mijn goede voornemen om terug wat deftig te beginnen trainen, had ik er natuurlijk nog niet genoeg van. Ik liep dan maar een beetje los. Helemaal van Terneuzen naar Merelbeke om precies te zijn. De gps geeft me daarvoor een afstand van 58 kilometer. Wie het ook eens wil lopen kan mijn route nakijken op http://blog.ptityeti.be/node/36. Ik heb zoveel mogelijk de onverharde (en deze tijd van het jaar erg modderige) paden gezocht, maar als iemand een pad kent dat ik over het hoofd zou gezien hebben, doet die me natuurlijk een groot plezier met dit te melden. In totaal zal ik gisteren toch wel een dikke tachtig kilometer gelopen hebben.

Nu lijkt het me vooral zaak om mijn snelheid terug een beetje op te krikken. Daar zal ik me de komende maand vooral mee bezig houden. Op dit moment lopen mannen als Alex en Frits me er nog vrolijk af, maar ik hoop daar binnenkort verandering in te kunnen brengen.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>