Nieuwsbrief september 2009

In mijn korte nieuwsbrief van vorige maand beloofde ik een wat uitgebreidere versie over augustus te schrijven. Deze kunnen jullie ondertussen lezen op http://blog.ptityeti.be/node/70. Vooral interessant voor wie wat meer wil lezen over de Cascade Crest en het eerste deel van mijn fietstocht in de States.

Met deze nieuwsbrief val ik in waar ik vorige maand gestopt ben. Toen was ik bezig met een poging om op 4 dagen Minnesota te doorkruisen met de fiets om zo op tijd aan de start van de Superior Sawtooth te geraken. De eerste dag zag het er niet bepaald goed uit. In het westelijke deel van Minnesota zit je nog volop in de Great Plains. Groot, uitgestrekt en zo vlak als een biljarttafel wil dat zeggen. De wind heeft er vrij spel en als die dan uit de verkeerde kant komt wordt het fietsen erg zwaar. Natuurlijk kwam de wind pal uit de verkeerde kant. De stukken recht tegen de wind slaagde ik er amper in om 10km/uur te halen. Schuin tegen de wind in ging een klein beetje vlotter, maar na een hele dag beuken stond 150km op de teller. Aan dat tempo zou de start halen erg nipt worden. De volgende dag begon op dezelfde manier. Beuken tegen de wind en niet vooruit geraken. In de late namiddag verliet ik gelukkig de Great Plains. Dat wil zeggen dat het landschap bosachtiger, maar ook heuvelachtiger werd. Ik kwam die dag toch tot 170km. De derde dag fietste ik de hele tijd door Scandinavisch aandoende bossen. Ik haalde alles uit de kast en kwam tot een etappe van 185km. Met een koersfiets is dat gemakkelijk, maar ik denk niet dat ik met mijn zwaar geladen fiets (reken maar op een kilo of 45) al zoveel op een dag aflegde. De laatste dag voor de wedstrijd volstond het dan om rustig een dikke honderd kilometer te fietsen om een paar uur voor de briefing toe te komen. Mijn gevoel op dat moment was echt: “Oef, het zwaarste is achter de rug. Nu is het enkel nog maar 100 mijl lopen. Dat lukt wel.”. Die nacht rolde ik mijn slaapzak uit aan een fietsenstalling op ongeveer dertig meter van de start. Als dat geen luxe is.

De wedstrijd zelf dan. Van bij de start ging een loper er erg snel vandoor. Ik liet begaan en volgde in het groepje daarachter. Na een kilometer of tien vond ik het daar toch wat te traag en liep op eigen tempo als tweede verder. Na wat verkeerd lopen doordat flauwe grapjassen het nodig vonden wat markeringen te verplaatsen, liep ik nog steeds op de tweede plaats. Alle lopers vooraan hebben er blijkbaar evenveel last van gehad. In de loop van de dag liepen de temperaturen dan behoorlijk hoog op. In elk geval veel hoger dan ik zo dicht bij de Canadese grens verwachtte. In combinatie met de vermoeidheid van het fietsen bekwam het me niet al te goed. Rond kilometer 50 explodeerde ik volledig en kotstend besloot ik de handdoek te gooien. Jammer genoeg zat ik midden in een uitgestrekt bos midden tussen twee bevoorradingen. Ik had dus niet veel andere keus dan verder gaan. Bij de volgende bevoorrading aangekomen nam ik de tijd om wat op mijn positieven te komen en veranderde mijn plan tot rustig van post naar post lopen en voldoend eten, drinken en rusten aan elke post. Zo werkte ik -naar het einde toe erg moeizaam- de rest van het parcours af. Dat parcours was in elk geval ronduit schitterend. Beeld je een bos in. Een groot bos. Doorheen dat bos loopt een pad (in dit geval het Superior Hiking Trail). Op dat pad liggen de hele tijd boomwortels en stenen zodat je bij de minste onoplettendheid op je gezicht gaat. En dat pad brengt je langs alle mooie plaatsen in het bos en kronkelt de hele tijd van het ene uitzichtpunt naar het andere. Steeds gaat het links, rechts, omhoog en omlaag. Zo gaat het 160 kilometer lang: erg mooi, maar ook loodzwaar.

Na de wedstrijd kon ik het een paar dagen rustig aan doen en dat was ook nodig. Ik fietste een dag zuidwaarts langsheen Lake Superior naar Duluth. Waarschijnlijk is dat erg mooi, maar ik heb niet veel meer gezien dan een grote mistmuur. Ik kon dan nog even in de omgeving van Duluth rondfietsen en proberen een fietsdoos op de kop te tikken. Die doos vond ik op de luchthaven, maar was te groot om in het bagageruim te kunnen. Het kostte een paar uur discussie, een opmeting van het bagageruim van een vliegtuig en opensnijden en terug samenkleven van een fietsdoos om mijn fiets in te checken. Gelukkig was de fiets op voorhand bevestigd anders zou ik daar tegen een njet gelopen hebben. Met overstappen in Minneapolis en Amsterdam kwam ik terug in Zaventem. Tot mijn grote opluchting had mijn fiets de reis zo goed als ongeschonden overleefd. Tijdens het fietsen van Zaventem naar Merelbeke besef je pas wat een drama fietsen in België is. Drie weken lang kreeg je als fietser ruim de plaats. Steeds was er ofwel een brede shoulder om op te fietsen ofwel gingen de auto’s met een grote bocht om je heen. Hier kwam ik in de goede oude fietsjungle terecht. Hoe ironisch is het dat de Amerikaanse fietsers klagen over het gebrek aan fietsinfrastructuur bij hun en doordat hier veel wielerwedstrijden zijn denken dat het hier het paradijs voor fietsers is.
Voor de rest heb ik net als vorig jaar de hele tijd wild gekampeerd. Nee, dat mag niet, maar daar trekken we ons niks van aan. Op die drie weken tijd zette ik maar twee maal mijn tentje op. Alle andere keren sliep ik gewoon onder de blote hemel.
Van mijn fietstocht kan je de foto’s bekijken op http://wouter.ptityeti.be/fotoverslag.php?jaar=2009 en het kaartje met de gefietste route op http://wouter.ptityeti.be/fietskaart.php?jaar=2009

Na mijn honderd mijlswedstrijden in de States ligt het natuurlijk niet in mijn aard om lang stil te zitten. Amper een week na de Superior Sawtooth trok ik naar Seraing voor de “Porte des Ardennes”, een wedstrijd van 33 kilometer. De naam Seraing associeer ik steeds met grauwe industrie, maar blijkbaar heb je daar ook een groot bos. Ze slaagden er in elk geval in om ons de hele tijd in een bos te laten lopen. Met een honderd mijl in de benen van een week tevoren deed ik in het begin natuurlijk niet al te zot. Tot mijn eigen verrassing kon ik zonder problemen een goed tempo vasthouden. Ik liep zelfs een hele tijd als tweede, maar toen de loper die zowat de hele wedstrijd kort achter mij liep me bijhaalde liet ik hem direct gaan. Hij had iets mee dat op een verschrikkelijk irritante manier piepte. Het werkte enorm op mijn zenuwen en ik was niet gekomen om op mijn zenuwen te laten werken. Dan had ik nog liever dat hij wat voor mij uit liep. Het werd dus een makkelijke derde plaats.

De week erna had ik alweer een wedstrijd voorzien. Deze keer was het de Trail des Hautes Fagnes in Xhoffraix. Daarvan weet ik dat het goed is voor 36 kilometer doorheen bossen en venen. De bezetting is er steeds goed en aangezien mijn 100 mijl nog steeds maar twee weken geleden was wist ik niet wat ik kon verwachten. De benen voelden opnieuw goed dus probeerde ik uit waar het schip zou stranden. Olivier liep al na een paar kilometer weg, maar achter hem ontstond een mooi groepje van vier. De wedstrijd lang liepen we in elkaars buurt. Soms liep er eentje weg, maar werd terug bijgehaald door de anderen. Soms raakte eentje achterop, maar haalde de anderen weer bij. Echt een prachtige strijd. Aan het einde was het blijkbaar mijn uithouding die de doorslag gaf, want ik trok aan het langste eind. Die tweede plaats was veel beter dan ik verwacht had.

Nog een week later (we spreken intussen over vorig weekend) liep ik dan de Grand Trail du Nord. Deze 142 kilometer van Dunkerque naar Lille liep en won ik vorig jaar al eens. Dit jaar ging het tijdens het eerste stuk in de duinen al mis. Met een hele groep liepen we de verkeerde richting uit door grapjassen die de markeringen verplaatst hadden. Waar hebben we dat nog gehoord. We wisten in welke richting het pad lag, maar vonden geen doorsteek in die richting. Ik besloot dan maar dwars door alles heen naar het parcours door te steken. Ik ben ten slotte een yeti en een yeti kan overal door. Eerste les van de dag: als je door struiken een weg wil banen, kijk eerst eens of de doorns niet al te groot zijn. Ik haalde uitgebreid mijn armen en benen open om uiteindelijk toch te moeten toegeven dat er geen doorkomen aan was. Dit was duidelijk één van mijn minder goede ideeën. Ik maakte dan maar rechtsomkeer en baande me een weg terug. Maar zijn die sporen van mij afkomstig of van een ander yeti-achtig iets? Kortom, ik vond de weg niet terug en liep me opnieuw muurvast in ondoordringbare doornstruiken. Compleet gedesoriënteerd kostte het me zeker drie kwartier voordat ik met behulp van de gps meter voor meter mij een weg terug gebaand had. Zonder gps zat ik daar waarschijnlijk nu nog. Tegen dat ik terug op het parcours kwam zat ik zelfs achter de man die de wedstrijd afsloot. Ver na de laatste loper begon ik een lange inhaalrace die me na een dikke zeventig kilometer zelfs terug aan de kop van de wedstrijd bracht. Dat is natuurlijk veel te snel om zo’n gigantische achterstand op te halen. Het kostte me dan ook een inzinking die ik nooit meer te boven zou komen. Met veel moeite bereikte ik toch de aankomst. Doordat ik volop tussen de lopers van de 72km zat had ik absoluut geen idee meer van mijn positie. Pas achteraf hoorde ik tot mijn verrassing dat ik nog steeds als tweede toegekomen was. Blijkbaar hebben ze achter mij ook ferme klappen gekregen. Op zich klinkt die tweede plaats natuurlijk wel mooi, maar toch kan ik hoegenaamd niet tevreden zijn van mijn wedstrijd. De manier waarop ik de laatste veertig kilometer afgelegd heb trok op niets. Tja, dat krijg je natuurlijk als je een wedstrijd op de dwaast mogelijke manier loopt.

Intussen kijken we alweer vooruit. De eerstvolgende afspraak is de Ultra Tour de Liège (67km) volgende week. Voor de rest van het najaar moet ik nog eens kijken. Waarschijnlijk wordt het een klassiek programma met zeker en vast Olne-Spa-Olne. Jullie horen later wel wat daar nog bij komt.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>