Nieuwsbrief september 2010

Zoals aangekondigd liep ik in september maar één wedstrijdje: de Tor des Géants. En dat deed ik dan nog zonder enige ambitie. Natuurlijk is 330 kilometer doorheen de Alpen met 24000 positieve hoogtemeters niet echt iets om licht op te pakken, zelfs als je niet van plan bent om voluit te gaan.

Hoe zag het plan er dan concreet uit? Eigenlijk vrij eenvoudig. Langsheen het parcours waren zes “base vita” waar je kon slapen. Dat betekent dat je het parcours in 7 logische sectoren kon opdelen. En als je geen problemen wilde met de tijdslimieten en zoveel mogelijk overdag lopen had je zes dagen om de wedstrijd af te haspelen. De logische strategie is dan om zo snel mogelijk een sector in te halen en vervolgens eentje per dag af te werken. Bij de start in Courmayeur schoof ik dan ook snel naar voren op, om op de eerste col ongeveer als twintigste te passeren. De daarop volgende afdaling was eentje die me echt lag, dus ik liep daarna zelfs de top tien binnen. In de tweede col bleef ik ongeveer op mijn positie hangen. De afdaling daarentegen was een erg technisch steenveld. Daar ben ik toch wat minder goed in zodat ik toch een beetje terug viel. Een vrij spectaculaire duik aan het einde van de afdaling kostte me zelfs nog een paar extra plaatsen. De rest van de dag bleef ik ergens tussen plaatsen tien en twintig rondlopen. Gezien mijn strategie besliste ik de eerste nacht niet te slapen. Aan de begin van de nacht kwam ik Renaud tegen en we beslisten om samen de nacht door te lopen. Zoiets is nu eenmaal eenvoudiger als je met twee bent. We zouden tijdens deze nacht de lastigste omstandigheden van de hele wedstrijd tegen komen met regen die in de buurt van de 3000m hoogte zelfs sneeuw werd en een ijskoude passage over de Col Loson, met zijn net geen 3300m het hoogste punt van de wedstrijd. Bij bovenkomst op de col kwam net de zon op. Prachtig om te zien hoe plots die bergflanken verlicht werden. En eigenlijk wel goed dat we de besneeuwde en erg technische afdaling niet in het donker hoefden af te werken. Ook de volledige tweede dag liep ik samen met Renaud. De hele tijd liepen we ongeveer op een tiende plaats. Aan het einde van de dag viel Renaud behoorlijk stil. Ik besloot bij hem te blijven. Voor mij had het toch geen zin om erg vroeg bij de derde base vita aan te komen, aangezien ik er toch pas de volgende ochtend terug zou vertrekken. We haalden ze netjes bij het vallen van de nacht.

Op dag drie vertrok ik terug om acht uur ‘s morgens. Ik had twaalf uur de tijd om deze sector van 51 kilometer voor zonsondergang af te werken. Dat leek me een makkie, maar hoewel ik de hele dag erg goed en erg makkelijk liep, lukte het me toch niet. Het werden dertien uren. Een groot deel van de dag liepen we doorheen steenvelden waar het erg mooi is, maar je toch zo langzaam vooruit geraakt. Na opnieuw een volledige nacht vertrok ik op de ochtend van dag vier en kwam reeds om vier uur in de namiddag aan bij de volgende base vita. Ik bleef er getrouw aan mijn strategie de hele nacht en liep pas de volgende ochtend verder. Met zestien uur bij een bevoorrading blijven moet ik daar toch een record gevestigd hebben, denk ik. De laatste twee dagen verliepen gelijkaardig. Iedereen heeft waarschijnlijk wel begrepen dat ik elke nacht een heel pak plaatsen verloor. Om dan overdag als een sneltrein alle lopers die maar één of twee uurtjes geslapen hadden, voorbij de vliegen. Waarna ze mij de volgende nacht natuurlijk opnieuw passeerden… Bij het afvliegen van de laatste col van de wedstrijd (Malatra, net geen 3000 meter hoog) haalde ik aan Refugio Bonatti nog eens Isa bij. De laatste kilometers ben ik dan gewoon bij haar gebleven. Kwestie van haar een beetje op te jagen om haar plaats in het klassement te handhaven. In de late namiddag van de zesde dag liepen we dan samen in Courmayeur over de aankomst, iets minder dan 127 uren nadat we daar gestart waren. Ik moet wel toegeven dat ik daarvan er toch een dikke vijftig in de base vita doorgebracht heb. Ik heb zelfs het snelste gelopen van alle deelnemers, maar natuurlijk ook het meeste tijd verloren onderweg, dus erg eerlijk is die vergelijking niet. In elk geval werd ik ermee 71ste op 179 finishers.

Achteraf was iedereen het er over eens dat de wedstrijd een gigantisch succes was. Het parcours is gewoonweg verbluffend mooi. Het volgt gewoon de Alta Via 1 en 2. Je kan het dus gewoon als wandeling doen als je dat zou willen. En ik raad het absoluut aan. De beschrijving die ik heb spreekt wel van een maand staptijd in plaats van de zes dagen die ik erover deed. Ook de organisatie was zo goed als perfect. Zeker voor een eerste editie van een wedstrijd is dat verre van evident. Het aantal opgetrommelde vrijwilligers was gigantisch (niet minder dan 1200) en werkelijk de hele Valle d’Aosta leefde mee met de wedstrijd. Dat heb ik zelden meegemaakt. De wedstrijd staat ergens erg hoog in de top van mijn favoriete wedstrijden en ik verwacht dat de komende jaren hij zal uitgroeien tot een echte klassieker.

Voor de rest bestond de maand enkel uit trainen en een beetje vakantie in Slovakije. Daar heb ik een beetje aan rotsklimmen (of in mijn geval toch iets dat ervoor moet doorgaan) gedaan, wat rondgewandeld in de lagere delen van de Tatras (te slecht weer om hoog te gaan) en natuurlijk ook een beetje gelopen. Vooral een duurloop van acht uur doorheen de Malé Karpaty was echt wel leuk. Bij het terugkeren naar huis was er alleen een staking van de vluchtverkeersleiders die me wat gedwarsboomd heeft, maar voor de rest verliep alles schitterend.

Daarmee is een hele voorbereidingsmaand achter de rug. En waarop was die voorbereiding dan wel? Op wat komen gaat natuurlijk. In oktober gaat het richting Himalaya voor de Himal Race. Dat is een etappeloop van de Mount Kailash in Tibet naar het basiskamp van de Annapurna in Nepal. In totaal is dat goed voor een afstand van dik 800 kilometer met ongeveer 32000 positieve hoogtemeters. Gelukkig gaat het niet non-stop deze keer, maar is het een etappeloop met een twintigtal etappes. Elke dag moeten we dus een veertigtal kilometer lopen. Op zich is dat zeker niet gigantisch, maar op die hoogte zou dat wel eens erg lastig kunnen worden. We passeren een paar maal boven de 5000 meter. Ik heb nog nooit zo hoog gelopen, dus is het een beetje afwachten hoe ik daarop ga reageren. Omdat we een groot deel door erg afgelegen gebieden passeren moeten wel ook erg veel zelf meedragen. Dat betekent ook de tent, slaapzak, vuur, enzovoort. De rugzak zal ergens rond de tien kilo gaan wegen vrees ik. Dat zal ook wel behoorlijk doorwegen na verloop van tijd.

Wie de wedstrijd een beetje wil volgen kan het best de websites http://www.extremerunners71.com, http://www.endurance-mag.com en http://www.basecamptrek.com/french/trails-nepal-vtt.php in de gaten houden. Ik weet echter ook niet hoe goed alles te volgen zal zijn. Aangezien ik in totaal toch een vijftal weken weg zal zijn, komt er geen nieuwsbrief van de maand oktober. De volgende zal ik pas aan het eind van november versturen.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>