Nieuwsbrief maart 2013

Afgelopen maand werden er gelukkig terug een paar wedstrijden gelopen. Beginnen deed ik in Noord-Frankrijk met de Trail Bullygeois des Poilus. Dat is een wedstrijd van 55 kilometer (in realiteit een paar kilometer meer) die je alle hoekjes en kantjes van de Colines de l’Artois laat zien. Ik wist dat bij mij de vorm niet super was. Daarom zou ik mijn klassieke tactiek gebruiken: proberen en wel zien waar het schip strandt.
De eerste kilometers zijn een aanloop naar de bossen. Swampy vertrok hier direct als een raket. Ik volgde een beetje verderop samen met Dominique. Eens we in de buurt van de bossen kwamen vond die blijkbaar dat ik toch wat te traag liep en ging op zoek naar Swampy. Ik liet hem begaan. Eens in de bossen weet ik dat er verschillende keren een helling recht omhoog en omlaag moet gelopen worden. Het zijn van die korte nijdige klimmetjes waarin een mens zich behoorlijk kan verslikken. Ik had al snel door dat het voor de beklimmingen mijn dag niet was. De eeuwige achillespezen hebben me in de loop van de winter terug wat parten gespeeld en dan mis je gewoon de kracht om die hellingen op te vliegen. Eens over halverwege begon mijn hamstring ook nog lastig te doen. Wat is dat nu weer? In elk geval iets dat geen deugd deed. Mijn tempo zakte een flink stuk en mijn stijl werd nog dramatischer dan gewoonlijk.
Ik verwachtte me eraan dat het hele veld me zou bijhalen en voorbijlopen. Als snel passeerde Droopy inderdaad, maar daarna zat blijkbaar toch een groot gat. Pas op een paar kilometer van het einde passeerde nog een loper mij, zodat ik uiteindelijk nog vijfde werd. Wat ik als bijzonder zwak beschouw. Ik heb toch kunnen profiteren van het toertje in de bossen daar en na een lange periode zonder wedstrijden weet ik nu tenminste waar ik sta: nergens.

Na de Poilus volgde een gewoon trainingsweekend. En dan begon ik aan een reeksje zoals alleen ik dat aandurf. Ik begon met de Thames Path 100. Zoals de naam zegt is dat een honderd (mijl voor de duidelijkheid) over het Thames Path. Dat het Thames Path de Thames volgt had je natuurlijk helemaal zelf ook kunnen bedenken. De wedstrijd is er eentje van de vele die Centurion organiseert. Naar mijn ervaring zijn hun organisaties steeds in orde en aan te raden. De wedstrijd zou ons van Richmond (aan de rand van Londen) naar Oxford brengen. Zou. De Thames werkte jammer genoeg niet bijster goed mee en vond het nodig om op flink wat plaatsen buiten haar oevers te treden. Ik heb zelfs gehoord dat ze sinds ik daar eind november in de buurt liep niet meer netjes binnen haar oevers is gebleven. Blijkbaar was het een behoorlijk natte winter in Engeland.
Dat werd dus lopen op een aangepast parcours. We moesten ons beperken tot het stuk voldoende stroomafwaarts. Daar is redelijk wat bewoning zodat ze de Thames daar niet uit hun oevers laten treden. Kwestie van eerder wat velden onder water te laten lopen dan Londen. We zouden dus vertrekken in Richmond, bij de vierde bevoorrading in Cookham terugdraaien naar de eerste bevoorrading, daar aangekomen nog eens terugdraaien en naar Cookham lopen. Bij de tweede passage in Cookham volgde dan nog een laatste halve draai en een tiental kilometer. Wanneer we voor de vierde keer in Windsor passeerden mochten we dan eindelijk stoppen. Niet helemaal waarop ik gehoopt had, maar daar kon ik natuurlijk niets aan veranderen. Als bonus werd het parcours daarmee een paar kilometer langer dan oorspronkelijk voorzien.

Drie man vertrok als ware kamikazes. Ik liet ze begaan en volgde daarna. Aangezien ik nooit mijn wedstrijd afstem op anderen liep ik helemaal alleen. Het eerste stuk is een deel van de Thames waar ik nog niet eerder liep. Het zijn de verste buitenwijken van Londen en dus vooral veel verhard. Daar had ik dus nog niet te veel gemist. Intussen was het weer typisch Engels. De hele tijd viel er wel iets uit de lucht. Soms was het regen, soms lichte hagel, soms wat smeltende sneeuw. In elk geval werd het steeds vergezeld van een snijdende wind wat het bijzonder koud maakte.
Ter hoogte van Maidenhead werd ik dan toch bijgehaald door een loper. Niet veel later stonden we samen aan een kruising te kijken waar we heen zouden moeten. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we in Maidenhead van oever hadden moeten wisselen. Dan maar terugkeren nog drie man opvissen die de dezelfde fout als ons aan het maken waren. Tegen dat we terug op het parcours waren, was ik toch een minuut of twintig kwijt. Ik kwam ergens in het pak terecht en kon terug aan een inhaalrace beginnen.
Een flink eind buiten Londen waren de paden hoofdzakelijk modderig. Daar konden we onze schaatstalenten helemaal op uitleven. Het haalde het tempo volledig uit de wedstrijd. Bij het terugdraaien mochten we natuurlijk nog eens diezelfde modder door. Voor mij waren de laatste twintig kilometer op weg naar het tweede keerpunt de moeilijkste. Daar zat toch erg veel verhard in. En aangezien ik zo goed als nooit op verharde ondergrond train ga ik daar helemaal op kapot. Na het keerpunt nog eens al dat asfalt lopen liet mijn toestand er natuurlijk niet op beteren. Nog eens heen en terug doorheen de modder was ook niet het meest aantrekkelijke idee. Mijn tempo zakte nog verder en ik werd redelijk wat voorbij gelopen. Uiteindelijk haalde ik de aankomst in iets minder dan 23 uur op een 31e plaats. Opnieuw zeker geen superprestatie.

Het is natuurlijk bijzonder jammer dat we niet naar Oxford zijn kunnen lopen. Ik liep bij eerdere gelegenheden al dat stuk van de Thames en weet dat we nu de mooiste stukken gemist hebben. Toch vind ik het bijzonder indrukwekkend dat de organisatie er zonder grote problemen in slaagde de wedstrijd om te gooien naar het alternatieve parcours. Ook de manier waarop hier de dagen voor de wedstrijd werd gecommuniceerd verdient een pluim. Het is een hele verademing na waar knoeiwerk dat ik gewoon ben van andere organisatoren.

Een week later (en dan spreek ik over afgelopen weekend) trok ik nog eens richting Engeland. Dit keer voor de Viking Way Ultra. Tijdens deze wedstrijd loop je gewoon de volledige Viking Way af. Die start in Barton-upon-Humber (vlakbij Hull) en eindigt een heel eind verder naar het zuiden in Oakham. Het hele ding is goed voor een afstand van 147 mijl. Dat klinkt gelukkig een heel stuk minder lastig dan 236 kilometer. De Viking Way is genoemd naar de vele voormalige vikingnederzettingen die daar in de omgeving te vinden zijn. Ik geef toe dat gewoon al de naam van de wedstrijd een belangrijke reden was om me in te schrijven.
Aan de start stonden we met een beperkte groep van dertig lopers die stuk voor stuk reeds bewezen hadden dat ze zonder problemen een paar honderd kilometer aan een stuk kunnen lopen. Anders geraak je niet op de startlijst. Na de honderd mijl van de week tevoren kreeg ik toch het idee dat twee dergelijke kleppers na elkaar lopen misschien niet mijn meest geniale inval was. Mijn ambitie beperkte zich daarom tot zover mogelijk geraken. Bij voorkeur natuurlijk tot aan de aankomst.
De route is in principe volledig gemarkeerd als wandelroute. Natuurlijk weet je op voorhand dat er hier en daar wel een pijltje zal verdwenen zijn. Daarom was het best om te volgen op de kaart. Tot mijn groot plezier was gps verboden. Dat kon alleen maar in mijn voordeel zijn.
Bij de start vertrok Sam als een pijl uit een boog en was al gauw niet meer te zien. De rest deed het wat rustiger aan en bleef een hele tijd gegroepeerd. Ik startte achteraan de groep en schoof rustig wat naar voren op. Tegen de eerste bevoorrading kreeg ik te horen dat ik in derde positie liep. Dat was niet echt het plan. Voor mij waren er blijkbaar een paar die niet bijster sterk waren in het kaartlezen en vonden dat de wedstrijd wel wat extra kilometers kon gebruiken. Vandaar dat ik zonder het te weten naar voren was opgeschoven.
In de late namiddag kreeg ik het toch een tijdje lastig. De vermoeidheid van de week tevoren hing zeker nog in mij. Ook het parcours maakte de zaak er niet eenvoudiger op. Dikwijls was het ploeteren door de modder. Of nog erger, proberen om vooruit te geraken doorheen meer dan een halve meter sneeuw. Net als hier was de sneeuw op van die mooie hopen gewaaid en de dikke pakken waren nog lang niet allemaal gesmolten. In het begin is dat natuurlijk wel leuk, maar zeker de tweede dag is dat gewoon lastig.
Het vinden van de route was goed te doen. Meestal waren de wegwijzers netjes in orde en anders volstond een blik op de kaart wel. ‘s Nachts waren er maar een paar moeilijke momenten. Vooral de doorsteken van omgeploegde akkers waardoor het pad nog niet opnieuw zichtbaar was waren minder evident. Dan was het dikwijls een beetje de goede richting gokken in de hoop om wanneer je tegen de afsluiting aan de overkant aanloopt snel het hekje te vinden. Ik kan dat vrij goed en dat heeft me waarschijnlijk erg geholpen om tijd te winnen op de andere lopers.
In de loop van de tweede dag ging bij mij het tempo achteruit. Alle pijntjes die ik na de honderd mijl van de week tevoren gevoeld had kwamen terug op met extra kracht. Toch bleef ik gewoon op de tweede plaats lopen na een erg sterke Sam. Pas rond kilometer 215 werd ik dan toch voorbijgestoken door een bijzonder soepel lopende Lee. Daar had ik echt geen verhaal tegen.
Het was dan ook een grote verrassing dat ik aan de volgende bevoorrading (op tien kilometer van het eindde) terug als tweede werd gemeld. Sam moest blijkbaar ergens een verkeerde richting uitgelopen zijn. Terwijl hij bij de bevoorrading was kwam hij me met de moed der wanhoop voorbij gestormd. De tweede plaats heeft hij terug veroverd, maar voor de overwinning kwam hij toch te laat.
Ik kwam daarmee als derde toe in een tijd van iets minder dan 37 uur. Uiteindelijk zouden slechts zes lopers de aankomst halen. De gezien de zware omstandigheden scherpe limiet van veertig uur heeft daar natuurlijk erg veel mee te maken.
Het is zeker niet de mooiste wedstrijd die ik ooit liep, maar toch zeker de moeite waard. Het grootste deel van de tijd loop je over het Engelse platteland. Dikwijls passeer je langsheen plaatsen die geschiedenis uitademen zoals je dat alleen in Engeland kan vinden. Alleen in het midden zit rond Lincoln een heel wat minder aantrekkelijk stuk. Dat loop je gelukkig ‘s nachts dus je ziet het toch niet.

Op dit moment probeer ik hiervan zo goed mogelijk te herstellen. Volgend weekend staat al een volgende wedstrijd op het programma. En het weekend daarop terug eentje. Soms vraag ik me toch af ik niet een klein beetje terughoudender moet zijn bij het opstellen van mijn wedstrijdplanning.

This entry was posted in Algemeen. Bookmark the permalink.

One Response to Nieuwsbrief maart 2013

  1. Glenn says:

    Hey Wouter,

    Ik zag je naam toevallig staan op een foto die iemand nam vanop de Dragon’s Back Race in Wales op een site.
    Mijn vriendin en ik lopen nu afstanden tot een halve marathon op het gemakje (vorig weekend zaten we op de Antwerp 10 miles) en ik zou het iets groter willen aanpakken.
    Als ik je geschiedenis lees ben jij in marathons gerold, maar heb jij advies voor first-timers?
    Die dragon’s back race ziet er zo inspirerend uit, hoe klaar moet je zijn om die te overleven en hoe complex is in de bergen lopen? Heb je tips?
    Thnx alvast :)
    Glenn

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>