Nieuwsbrief april 2013

Om de draad een beetje te kunnen volgen grijp ik eerst nog even terug naar de vorige nieuwsbrief. Maart had ik afgesloten met een opeenvolging van een honderd mijl en de week erna een wedstrijd van 235 kilometer. In april probeerde ik die reeks gewoon wat uit te breiden.

Een week na de Viking Way trok ik alweer op pad, deze keer naar het noorden. Meer specifiek was het de bedoeling om vlakbij Stockholm de Ursvik Ultra te gaan lopen. Het is een wedstrijd die vijf keer een ronde van 15 kilometer aflegt om zo op een totale afstand van 75 kilometer uit te komen. Rondjes zijn nu niet echt mijn ding, maar het was wel een mooi rondje en als Scandinaviëliefhebber liet ik me er deze keer niet door tegen houden. Een bijzonderheid van de wedstrijd is dat om middernacht gestart wordt. Nadat ik de vorige twee weekends al eens een nacht al lopend had doorgestoken, nog eens eentje erbij doen was mogelijk niet mijn beste idee, maar het was wat laat om me te bedenken.
Het parcours slingert en kronkelt de hele tijd door een bos met regelmatig eens een steil heuveltje op en af. Eigenlijk is het een typisch Scandinavisch parcours. De ondergrond wil van jaar tot jaar nog eens wisselen. Dit jaar lag bijna het hele parcours nog altijd onder een laag sneeuw. Niet van de verse sneeuw waar je vrolijk door kan huppelen, maar de hard aangestampte variant waarvoor je bijna een bijl nodig hebt om er een put in te krijgen. Op verschillende plaatsen was de sneeuw zelfs al lang ijs geworden. Zeker op de hellingen is dat toch iets minder evident. Het was een schitterende gelegenheid om eens Icebugs uit te testen. Ik moet zeggen dat die daar echt wel uitstekend mee om kunnen. Ik had soms medelijden met degenen die zonder enige vorm van spikes alle kanten uit schoven.
De week na een 235 kilometer ga ik natuurlijk niet al te hard van stapel lopen. Ik koos voor een aangenaam tempo waarmee ik ergens op de derde plaats liep. De eerste ronde ging bijzonder vlot, maar dat is natuurlijk logisch. De tweede ronde ging ook erg vlot tot na ongeveer 25 kilometer. Op dat punt viel ik plots helemaal stil. Na de tweede ronde nam ik dan maar uitgebreid de tijd aan de bevoorrading en vertrok voor de derde ronde. Daarin slaagde ik er absoluut niet meer in om enige snelheid te ontwikkelen. Ik geraakte absoluut niet meer vooruit. Na die derde ronde vond ik het welletjes. Soms moet je gewoon eens naar je lichaam luisteren. Nog dertig kilometer verder sukkelen zou me natuurlijk wel lukken, maar ik zag echt niet meer waarom. De ronde had ik intussen wel een paar keer gezien. Ik besloot dus op te geven en te proberen nog een beetje te slapen. Dat leek me het meest nuttige wat ik kon doen.

Een week later trok ik naar de Vogezen om er de Grand Défi des Vosges te lopen. Op papier is dat een 55 kilometer, maar in realiteit mocht je daar wel een paar kilometer bij doen. Na mijn opgave van de week tevoren leek het me een bijzonder slecht idee om mee te doen, maar goed, ik nam me voor om me tot rustig uitlopen te beperken. Na het startschot liet ik de snelle starters gewoon lopen en koos voor een rustig tempo ergens rond de twintigste plaats. Het voordeel van zo een rustige start is dat je gegarandeerd volk inhaalt. Isa en Vincent waren twee van degenen die ik na een paar kilometer voorbij snelde.
Plaats per plaats schoof ik naar voren op tot ik ongeveer halverwege de wedstrijd op de vijfde plaats terecht kwam. Tegen dan werden de gaten natuurlijk een heel pak groter en zag ik niemand meer voor mij uit lopen. Rond de middag begon de temperatuur flink op te lopen. Die eerste warmtedag eiste toch zijn tol bij mij. Ik had het gevoel dat ik helemaal stil viel. Blijkbaar was dat ofwel alleen maar mijn gevoel, ofwel bij iedereen zo want aan de uitslag te zien heb ik niet echt verloren op de lopers rond mij. Toen we op het parcours van de korte afstand kwamen liep ik die lopers in elk geval vlot voorbij.
Die vijfde plaats hield ik dus vast tot op het einde. Dat is zeker geen goed resultaat, maar toch een heel pak beter dan ik van tevoren gevreesd had. Ik heb vooral kunnen profiteren van een mooi uitstapje naar de Vogezen. De wedstrijd is op zich wel leuk. Je loopt er veel door de bossen en er is regelmatig eens een helling om het wat uitdagend te houden, maar hoofdzakelijk loopt het parcours over erg brede goed beloopbare paden. Van mij zou het zo hier en daar dat tikkeltje extra mogen hebben.

Aangezien het in de Vogezen beter ging dan ik van tevoren gedacht had, besloot ik dan maar direct de lijn verder te trekken en de volgende week Limburgs Zwaarste mee te doen. Dat is een honderd kilometer die je alle hoekjes en kantjes van de heuvels in zuidelijk Nederlands-Limburg laat zien.
Aangezien ik onderweg toch in de buurt passeerde besloot ik om op vrijdagavond eerst nog een kleine oriëntatieloopje mee te doen in Tilff. Het was een sprint dus veel te kort voor mij, maar wel een goede training. Ter plaatse heb je wel een paar leuke bossen en ferme helling waarop een mens zich eens goed kan uitleven. Een aantal balises pakte ik zeer goed aan, een paar wat minder en er zat er eentje bij waar ik toch behoorlijk de mist in ging. Heel wat tijdverlies was daar mijn deel. Volgens de uitslag ben ik daarmee ergens in het pak geëindigd. Dat is gewoon mijn plaats op dergelijke wedstrijden.

Na een kort nachtje stond ik dan de volgende ochtend aan de start in Limburg. Met een man of vijf liepen we al snel voor de rest uit. Onderling wisselden de posities regelmatig tussen ons. Zeker op de plaatsen waar een pijltje ontbrak, kon de volgorde helemaal door elkaar gegooid worden. Een paar keer moest ik samen met Wisti op goed geluk eens proberen tot we terug een pijltje tegen kwamen.
Al snel merkte ik dat het mijn dag niet zou worden en besloot ik gewoon een duurloop te doen en na een uur of vijf, hooguit zes uit te stappen. Tegen de Vaalserberg viel ik echt totaal stil. Nog veel erger dan twee weken tevoren in Zweden. De beklimming van de Vaalserberg was echt wel een totale ramp. Ik geraakte amper boven. Op die manier gaat het natuurlijk niet goed en aangezien je daar nog maar aan kilometer 23 zit, was het veel te ver om te blijven verder sukkelen. Ik stapte uit bij de bevoorrading. Soms moet je gewoon toegeven dat je wat rust nodig hebt.
Daarmee was het na zes Belgische overwinningen op rij voor het eerst eens geen Belg die daar bij de Nederlanders ging winnen. Voor de gelegenheid was het een Duitser.

De voorbije weken heb ik dan geprobeerd om degelijk te trainen. Eerst ging dat nog hoegenaamd niet vlot, maar de laatste dagen krijg ik toch het gevoel dat alles wat vlotter begint te gaan. Hopelijk kan ik dat binnenkort dan tijdens een paar wedstrijdjes tonen.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>