Nieuwsbrief februari 2016

In februari bleven de tripjes terug aan de korte kant. Een eerste keer trok ik voor een weekend naar Spanje. Ik vloog naar Madrid. Ten noorden van de stad ligt de Sierra de Guadarrama, een mooie bergketen met toppen tot net geen 2500 meter hoogte. Mijn plan was om eens te gaan kijken of die wat toegankelijk was. Afhankelijk van de hoeveelheid sneeuw die er lag kon ik dan beslissen om wat hoger of lager te blijven.
Bij aankomst zag het er behoorlijk goed uit. Voor zo ver ik van beneden kon zien lag er totaal geen sneeuw. Dat is natuurlijk de perfecte uitnodiging om eens wat hogerop te gaan kijken. Zo heel veel viel daar eigenlijk niet te zien. De wolken bleven tegen de wanden plakken en het grootste deel van de dag liep ik doorheen een dichte mist. Tegen de avond kwamen er toch een paar grote opklaringen zodat ik toch een streepje zon kreeg en een beetje zag wat ik aan het doen was. Tijdens de beklimming van de Peñalara, die met een top op 2428 meter hoogte de hoogste in de bergketen is, begon het donker te worden. Ik zocht daar dus ergens een slaapplaats en vond een schitterend plekje. Mooie vlakke, zachte, droge bosgrond en een beetje beschut tegen de wind. Veel beter ga je niet vinden. Het was natuurlijk aan de koude kant, maar dat valt wel te verwachten als je midden in de winter op ongeveer tweeduizend meter hoogte buiten slaapt. Met een wat degelijke slaapzak is dat allemaal geen probleem.
In de loop van de nacht keerde mij geluk toch een beetje want er begon plots neerslag te vallen. Ik had een bivakzak bij, maar heb de gewoonte om die enkel te gebruiken als het enkel nodig is. Zo lang het niet regent gebruik ik die gewoon als grondzeil. Als het dan zoals nu midden in de nacht begint te regenen kruip ik daar snel in en probeer verder te slapen. Hier had ik al snel door dat de neerslag verdacht zwaar op mijn slaapzak drukte. Op twee uur tijd viel er twintig centimeter sneeuw. Oeps.
De volgende ochtend was even aanpassen. Overal lag een dik pak sneeuw. Ik was een amper zichtbaar pad aan het volgen dat nu helemaal niet meer te zien was. Veel keuze had ik natuurlijk niet dus ging ik maar verder omhoog. Eens op de topgraat loopt dan een heel duidelijk pad dat duidelijk erg populair is onder Madrilenen. Ik begon er groepjes wandelaars tegen te komen die eruit zagen alsof ze aan een poolexpeditie bezig waren. Half en half waren ze dat ook wel. Ik huppelde ze vrolijk voorbij. De dichte mist van de dag tevoren was terug. Heel veel landschap viel dus niet te zien.
De afdalingen waren erg leuk met zachte verse sneeuw waarin je goed tempo kon maken. Ik kruiste vele wandelaars waarvan verschillende op sneeuwschoenen of met sleeën. Het meest penibele moment was op de top van de Alto de las Guarramillas. Daar wakkerde de wind aan tot orkaankracht. In de dichte mist is het dan echt geen plaats om verloren te lopen. Aan die ijskoude storm hield ik vooral een indrukwekkende ijsbaard over.

Daarnaast kon je me ook een weekend in Kroatië vinden. Het was erg lang geleden dat ik daar nog eens was en ik had op voorhand ook niet echt een goed idee wat ik daar zou doen. Uiteindelijk viel mijn oog op Žumberak – Samoborsko Gorje. Dat is een heuvelrug niet ver van Zagreb tegen de grens met Slovenië. Een groot voordeel is dat ik kaarten van het gebied gevonden had. De hoogste toppen komen op ongeveer achthonderd meter uit, dus had ik er zeker geen grote verwachtingen van.
De weergoden gedroegen zich totaal omgekeerd als in Spanje. Ik kwam op vrijdagavond toe met gietende regen. Vermoedelijk was die op grotere hoogte zelfs sneeuw. Maar het weekend zelf bleef het netjes droog en kreeg ik naar het einde toe zelfs wat mooie opklaringen.
Žumberak – Samoborsko Gorje zelf was een echte meevaller. De bergen zijn misschien niet hoog, maar wel steil. Je maakt veel meer hoogtemeters dan je op basis van de hoogtes van de toppen zou denken. Er zijn ook veel behoorlijk goed gemarkeerde wandelpaden. Ongetwijfeld is het gebied erg populair bij de inwoners van Zagreb om uitstapjes te maken. De bergen zijn erg bebost, maar regelmatig heb je toch een mooi uitzicht over de wijde omgeving. Ik had nog het geluk dat op de toppen een klein laagje verse sneeuw lag dat alles een sprookjesachtige aanblik gaf. Het gebied was een leuke ontdekking.

Om februari af te sluiten liep ik nog eens een wedstrijdje. Dat werd de Aymon Trail in Bogny-sur-Meuse. Dat moet je gaan zoeken in de Franse Ardennen aan de samenvloeiing van Meuse en Semoy. De afstand was ongeveer dertig kilometer met iets van een 1500 hoogtemeters. Dat is ongeveer zo steil als je in de Ardennen gaat vinden. Het parcours ging dan ook voortdurend de flanken van Meuse en Semoy op en af.
De start deed me eerder aan een cross denken. Iedereen naast elkaar over de breedte van een grasveld en dan sprinten naar de eerste bocht. Ik was natuurlijk hopeloos te traag en zag een heel pak lopers voor mij indraaien. De eerste kilometers beperkte ik me dan maar tot wat inhalen. Dat bleef zo tot ik ergens halverwege de top 10 hing.
Dat is een positie die ik een tiental kilometer vast hield, maar dan begon ik wat terrein te verliezen. Het ontbrak gewoon wat aan kracht en frisheid. Ik had geen idee waarom, maar het feit dat ik twee dagen later goed ziek werd heeft er waarschijnlijk wel mee te maken.
In een afdaling naar de Semoy onderschatte ik de hoogte van een boomstronk dan nog een beetje en knalde er vol op met mijn knie. Dat deed niet bepaald deugd. In de beklimmingen was de knie pijnlijk en in de afdalingen had ik veel last. Alleen de vlakke stukken gingen dus nog min of meer. Daarvan zijn er natuurlijk niet bijster veel. Het komt erop neer dat ik ongeveer het volledige laatste derde van de wedstrijd heb gewandeld. De positieve zijde van de medaille is dat ik daarmee de tijd had om rustig rond te kijken. Het was een prachtig parcours met dikwijls indrukwekkende vergezichten over de valleien van Meuse en Semoy. Gelukkig was het ook nog zonnig weer anders had ik er waarschijnlijk toch iets minder mee kunnen lachen.
Als conclusie kan ik de wedstrijd zeker en vast aanraden. Het is een van de betere parcours die je in de Ardennen gaat vinden. Zelfs de sfeer is er meer Belgisch dan Frans. Probeer juist om lompheden zoals die van mij te vermijden.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>