Nieuwsbrief maart 2016

Geen wedstrijden in de loop van maart, maar toch twee weekends erop uit waar ik wat over kan vertellen.
Het eerste daarvan ging zuidwaarts naar Alicante. Die regio is vooral gekend voor de Costa’s. Het strand is natuurlijk niet direct waar ik me een heel weekend wil ophouden. Ik zocht dus wat bergen in de buurt van Alicante. Het kostte toch een beetje zoekwerk om een voldoende grote bergketen die dan ook nog wat bereikbaar is te vinden. De keuze viel uiteindelijk op Alcoy als vertrekpunt. Dat is een klein stadje met erg mooi historisch centrum aan de voet van de Serra de Mariola. De bergwanden rijzen op aan de stadsrand.
Eerst maakte ik een ruime lus naar het noorden want daar zitten de hoogste toppen. Het gebied is duidelijk erg populair voor daguitstapjes. Dat zorgt er ook voor dat er een uitgebreid netwerk van over het algemeen duidelijke paden is. Na mijn passage over de Montcabrer die met zijn 1389 meter hoogte de hoogste top van de Serra de Mariola is, probeerde ik eens een padloze doorsteek. Dat bleek niet zo’n super idee want alles zit daar natuurlijk vol met van die venijnig prikkende struikjes. Daarna volgde ik de kam aan de noordkant van de Serra. Eens je wat verder naar het westen komt verdwijnt het duidelijke pad. Je komt er een pak minder volk tegen en regelmatig moet je wat rondhuppelen over ruwe rotsen.
Aan het einde van de bergrug liep ik de Serra de Mariola uit. Daarna moest ik een wat vlakker stuk doorsteken om in de Serra del Maigmó te geraken. Gelukkig vond ik tussen de velden een paar mooie onverharde wegen. De Serra del Maigmó zelf viel een tikkeltje tegen. In grote stukken liep ik voortdurend tegen bordjes privaat en verboden toegang aan. Het zou kunnen dat die vooral bedoeld waren om gemotoriseerd verkeer buiten te houden, maar in streken die ik niet echt ken ben ik daar toch altijd een beetje voorzichtig mee. In essentie wordt je naar een onverharde weg doorheen de bergen gestuurd, waar alle mountainbikers en wandelaars op zitten.
Helemaal op het einde, tegen de rand van Elda vond ik dan gelukkig terug een paar leuke varianten met een paar mooi technische paden. Vanuit Elda keerde ik dan terug naar Alicante. De streek is niet heel spectaculair, maar er zijn toch een paar leuke massiefjes te vinden. Het grootste probleem is dat die niet altijd goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer. Het openbaar vervoer is daar in de regio gewoon behoorlijk zwak uitgebouwd.

Tijdens het paasweekend ging ik dan een totaal andere richting uit. Dan trok ik westwaarts, naar Ierland. In Ierland was ik eerder wel al een paar keer, maar toen bleef ik steeds aan de oostelijke kant van het eiland hangen. Dit keer was mijn plan om eens naar het westen van het eiland te trekken. Ik gebruikte Killarney als uitvalsbasis. Het doel van het weekend was vooral om Carrauntoohil eens te beklimmen. Die is met zijn 1038 meter hoogte de hoogste top van Ierland. Tussen Killarney en Carrauntoohil ligt een groot meer waar ik helemaal rond moest. Volgens wat ze daar ter plaatse beweren is het meer wereldberoemd. Ik ben duidelijk geen man van de wereld want ik had er nog nooit van gehoord. Om er rond te geraken kon ik netjes de Kerry Way volgen. Dat is een mooie en prima gemarkeerde wandelroute. Daarmee kwam ik aan de zuidkant van de Macgillycuddy’s Reeks uit, waar je Carrauntoohil moet gaan zoeken.
Dat ik in Ierland was merkte ik het beste aan het weer. Ik kreeg afwisselend zon, wolken, regen en hagel. Soms allemaal tegelijk. En meestal allemaal binnen dezelfde vijf minuten.
De Macgillycuddy’s Reeks beklom ik via een meertje en dan verder naar de top van Maolán Buí. Waarschijnlijk is het niet de bedoeling dat je van die kant komt want ik moest een paar afsluitingen over springen. Eens ik op een zevenhonderd meter hoogte kwam liep ik door een dun laagje sneeuw. Absurd genoeg was dat minder glad dan het compleet met water verzadigde gras op lagere hoogte.
Eens ik op de top van Maolán Buí kon ik over de graat doorlopen via Cnoc an Chuillinn naar Carrauntoohil. Daar boven op de toppen kreeg ik natuurlijk de volle laag van de weergoden. Zeker het laatste stukje naar de top van Carrauntoohil kreeg ik nog een ware hagelstorm te verwerken. Het was zo eentje met van die snijdende hagelstenen die zelfs mij ervan overtuigde een lange broek aan te doen. Het zal waarschijnlijk niemand verwonderen dat ik op de top van Carrauntoohil niet veel meer gezien heb dan mist en hagelstenen. En het kruis dat op de top staat heb ik ook nog kunnen bespeuren.
Daarna bleef ik nog wat op en rond het massief routes verzinnen. Daarvoor heeft Macgillycuddy’s Reeks het probleem dat het wat te klein is. Je hebt alles vrij snel gezien en om door te steken naar een volgende massief moet je steeds door een vallei met boerderijen. Dat betekent vele afsluitingen waarvan het waarschijnlijk niet echt de bedoeling is dat je er overal begint over te kruipen. Voor kortere tochtjes is het gebied wel uitstekend geschikt.

Vorige maand rondde ik af met een knie die ik behoorlijk stevig gestoten had. Helemaal in orde is die nog altijd niet. Lopen gaat wel, maar vooral in steile afdalingen hindert het nog steeds. Dat is wat ik nu zo snel mogelijk probeer in orde te krijgen.

Als afsluiter geef ik nog een eerder administratieve mededeling mee. Velen onder jullie weten dat ik regelmatig wat foto’s op http://picasaweb.google.com/ptityeti plaats. Google heeft beslist om Picasa aan de kant te schuiven waardoor ik eens naar een andere oplossing heb gekeken. Sinds maart komen de nieuwe foto’s op Flickr, meer bepaald op https://www.flickr.com/photos/134992576@N02/. De oude albums blijven gewoon beschikbaar waar ze nu staan.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>