Nieuwsbrief april 2016

Tijdens de afgelopen maand waren er twee uitstapjes waar ik kort iets over kan vertellen. Het eerste daarvan ging richting Mallorca. Zoals meestal ging ik daar gewoon een beetje rondzwerven. Vanuit Palma begon ik te lopen. De eerste uren ging dat prima. Net buiten de stad beginnen de bergen en ik vond zonder problemen een paar mooie paden. Maar na een paar uur kwam ik er toch achter dat grote delen van het eiland afgesloten zijn. Zeker als je een vallei moet doorsteken kom je soms tegen dat alle paden en wegjes met grote afsluitingen versperd zijn. Een groot deel van de paden op de kaart zijn in dergelijke gebieden natuurlijk nergens te bespeuren. Ik ben nog altijd kwaad dat ik op een bepaald moment meer dan tien kilometer heb moeten omlopen over een asfaltweg.
Gelukkig zijn er verschillende gemarkeerde wandelwegen en die zijn dan wel zonder problemen toegankelijk. Hoog genoeg in de bergen doe je natuurlijk ook totaal je zin. Ik vond een paar erg leuke technische stukken waar je behoorlijk over de rotsen moest klimmen. De bergen op het eiland zijn gewoon schitterend. Daar kan een trailer zich helemaal uitleven. De tweede helft van mijn tocht liep ik dan hoofdzakelijk over een GR. Dat heeft het voordeel dat je totaal niet verloren kan lopen, maar dikwijls zijn die paden wel erg goed onderhouden. Ze hebben de neiging om de paden zo breed en effen aan te leggen dat het niet leuk meer is.
Globaal heb ik een positieve indruk van het eiland gekregen, maar jammer dat je wat lokale kennis moet hebben om iets buiten de gemarkeerde paden te kunnen doen.

De week erna trok ik nog eens naar Engeland. Zoals wel vaker vloog ik naar Manchester vanwaar je erg snel in het Peak District staat. Ik gebruikte mijn klassieke startpunt Glossop om een toer van twee dagen te maken. In essentie vertrok ik eerst zuidwaarts, draaide wat in het rond in de buurt van Kinderscout en liep dan toch maar naar het noorden. Langs het Derwent Reservoir ging het dan met een grote boog naar Bleaklow Head om zo terug naar Glossop te lopen.
In Engeland ben je iets minder zeker van goed weer dan op Mallorca en dat heb ik goed gemerkt. De zon was er een pak minder en af en toe kreeg ik wat stofhagel over mij heen. Tegen de tijd dat ik een slaapplaats zocht kreeg ik dan nog een sneeuwbui op mijn kop. ‘s Morgens lag er nog een dun laagje sneeuw en mocht ik ook nog eens het klassieke probleem van de bevroren schoenen oplossen. Allemaal dingen waar ik mijn hand niet meer voor omdraai.
In vergelijking met vorige keren leek het Peak District me deze keer behoorlijk nat. Het is een beetje moeilijk vergelijken want al die Engelse gebergtes liggen gewoon vol met venen en moerassen allerhande. Maar mijn indruk was dat ik nu wat vaker en dieper wegzakte dan gewoonlijk. Op een bepaald moment verdween ik zelfs plots heupdiep in de modder. Het kostte me een paar angstige momenten en heel wat gespartel om daar terug uit te geraken.
Het Peak District blijft voor mij een onderschat gebied waar je van bij ons heel snel, goedkoop en gemakkelijk kan geraken.

Helemaal op het einde van de maand liep ik nog mee in La Bouillonnante. Het verwondert waarschijnlijk niemand dat die wedstrijd in Bouillon wordt gelopen. De afstand wisselt regelmatig. Dit jaar was het 72 kilometer die voorzien was. Wie de streek daar een beetje kent weet wel dat er daar meer dan genoeg mogelijkheden zijn om recht omhoog en omlaag op de flanken van de Semois te spelen. Voor mij was de wedstrijd gewoon een goede gelegenheid om eens met CEPAL op weekend te gaan en eens te testen hoe het met mijn vorm zit. Trainen doe ik wel maar af en toe heb je toch eens een wedstrijd nodig om echt te kunnen vergelijken. De grote onbekende was hoe mijn knie het zou houden. Ik slaagde er de voorbije tijd wel in om goed te trainen maar de gevolgen van de Aymon Trail in februari bleven toch sluimerend aanwezig.
De start om vijf uur ‘s morgens betekende erg vroeg opstaan. Bij de start vormden zich een paar kleine groepjes die bij elkaar in de buurt bleven hangen. Ik schat dat ik op mijn gemak zo ergens rond de tiende plaats liep. Eigenlijk bleef de wedstrijd erg gesloten zolang het donker was.
Eens het daglicht zich liet vormde zich toch een kopgroep bestaande uit Aaike, Baptiste, Nicola, Thomas en mij. Regelmatig nam iemand daar wat voorsprong of bleef een beetje achter, maar in essentie bleef het een groepje. Pas aan de tweede bevoorrading bleef Thomas wat achter en kwam niet meer terug. Een eind verder was het dan aan Aaike om wat achterop te blijven in een afdaling en niet meer terug bij de andere drie te geraken.
Daarna was het mijn beurt. De knie liet zich van in het begin een klein beetje voelen. Geen paniek, zo loop ik al een hele tijd. Maar nu werd dat toch geleidelijk wat erger, zodat ik toch mijn stap begon aan te passen, wat me dan weer last in de heup deed krijgen en uiteindelijk blokkeerde alles gewoon tijdens afdalingen. Op die manier gaat het natuurlijk niet bijster vlot en is vooral het risico om langdurige gevolgen te dragen behoorlijk groot. Ik had echt geen zin om mijn hele zomer in gevaar te brengen en wandelde gewoon naar de volgende bevoorrading waar ik uit de wedstrijd stapte.
De conclusie is vooral dat ik fysiek wel goed ben, zonder super te zijn, maar dat de knie op dit moment nog maar een halve Bouillonnnante verdraagt.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>