Nieuwsbrief mei 2016

Elk jaar opnieuw is mei een maand er eentje met verschillende verlengde weekends. Naar goede gewoonte blijf ik dan in geen geval thuis. Het eerste van die lange weekends was dit jaar met Hemelvaart. Met daar een paar dagen verlof aan te plakken vond ik dat ideaal om een paar dagen naar Iran te trekken. Iran is natuurlijk groot en zo lang ging ik daar niet blijven. Ik moest dus een keuze maken. Die viel uiteindelijk op Damavand, de hoogste berg van Iran met een hoogte van 5670 meter. Ik was van plan daar wat rond te trekken en afhankelijk van weer en sneeuw eens naar de top te klimmen.
De verplaatsing was eenvoudiger dan ik op voorhand verwacht had. Van de luchthaven ging het met de taxi naar het busstation, waar ik met een mengeling van Engels en hulpeloos kijken een ticket kon kopen. Direct was er een behulpzame ziel die dezelfde bus nam en zich over mij ontfermde. Zo geraakte ik vlotjes op de juiste bus en er op de juiste plaats ook terug af. Die juiste plaats was Polur. Je zit daar al op een goede tweeduizend meter hoogte en het is de poort tot Damavand. Er staat zelfs een standbeeld van een bergbeklimmer naar de top te wijzen.
In eerste instantie volgde ik er een weg die langsheen de flank van de berg slingert. Op een bepaald moment is er dan een pad omhoog. In de onderste stukken is het een onverhard baantje dat je beter niet volgt want het slingert gigantisch. Best ga je gewoon recht omhoog. Dat blijft zo tot je op ongeveer drieduizend meter hoogte aan een moskee komt. Die staat daar te blinken met gouden daken. Geen idee waarom. Ik kan me niet inbeelden dat ze heel veel volk trekt.
Na de moskee is er een mooi pad dat je zonder enig probleem kan volgen. Het is alleen behoorlijk steil en de hoogte begint zich ook te laten voelen. Toch zeker als je zoals mij een paar uur tevoren midden in de nacht geland bent.
Op de flank staat een berghut op 4200 meter hoogte. Dat wat op dat moment netjes de hoogte waar je in de sneeuw begon te komen. Het werd avond dus ik besloot er te overnachten. Op voorhand had ik niet echt een idee wat ik van een Iraanse berghut kon verwachten, maar het bleek erg gelijkaardig aan een Europese te zijn. Je vindt er een ruime eetzaal met lange tafels en een paar slaapzalen. De slaapzalen zijn ook op zijn Europees met rijen stapelbedden. Naast een paar Iraniërs zaten er vooral Russen en Duitsers.
Die eerste nacht in de hut sliep ik verbazend goed. Ik had gezien de hoogte verwacht dat het veel moeizamer zou zijn. De volgende ochtend was mijn rustpols gezakt tot zeventig. Op zeeniveau zou dat natuurlijk erg verontrustend hoog zijn, maar voor van zeeniveau recht naar meer dan vierduizend meter te trekken is het erg goed. Die dag blies een ijskoude stormwind om de hut. Bij het buiten komen kon ik me amper recht houden. Ik besloot een dagje in de hut te blijven. Daarmee hoopte ik een dag later wat beter weer te krijgen en scoorde ik een extra acclimatisatiedag.
Mijn gok bleek goed uit te draaien. De volgende ochtend was er een stralend blauwe lucht en amper een zuchtje wind. Perfect weer om naar de top te trekken. Dat deed dan ook quasi iedereen in de hut. De meesten trokken doorheen de sneeuw op ski’s omhoog. De anderen wandelden op crampons. Wat het vlotste ging hing wat af van de gekozen route. In stukken waar je diep wegzakte waren de skiërs sneller. Waar de sneeuw dan wat harder is, waren de wandelaars sneller omdat ze rechter omhoog kunnen.
Eens je in de buurt van de top komt liggen dan weer wat meer rotsen. Het is allemaal technisch helemaal niet moeilijk, maar gewoon heel erg steil en je begint daar de hoogte natuurlijk ook behoorlijk te voelen. Regelmatig ruik je daar ook een sterke zwavelgeur. De vulkanische oorsprong van de berg is daar natuurlijk de oorzaak van. Net onder de top passeerde ik zelfs een stoombron die de bronnetjes die ik afgelopen zomer in IJsland zag liet verbleken.
De top zelf is een besneeuwde vulkaankrater. Het was er vooral ijzig koud. Op die hoogte zijn de temperaturen niet bijster hoog en je staat er natuurlijk vol in de wind. Boven op het hoogste punt van het volledige Midden-Oosten had ik niets anders verwacht.
De afdaling ging dan weer erg gemakkelijk. Je kan de hele tijd blijven lopen. Eens op de sneeuwvelden was glijden zelfs nog sneller. Ik maakte me ook geen zorgen over de rotsen onderaan de sneeuwvelden. Met een ijsbijl kan je altijd wel stoppen als het nodig is. Nog voor de skiërs die samen met mij op de top stonden was ik terug aan de hut. Vanaf de hut besloot ik een doorsteek naar Polur te maken in plaats van het pad en de weg die ik gekomen was in de omgekeerde richting te volgen.
In die doorsteek zaten nog een paar lastige stukken. Het probleem was vooral dat ik voortdurend sneeuwvelden door moest, maar op die lagere hoogtes is de sneeuw behoorlijk zacht en zak je voortdurend diep weg. Op de steenvelden is het al niet veel beter. Die zijn zo steil dat je amper stabiel kan blijven staan. Van zodra je ergens je voet neerzet begint de hele helling te schuiven.
Tegen de avond zette ik mijn tent op in een totaal verlaten vallei op ongeveer drieduizend meter hoogte. Ze stond amper recht of het begon te regenen. In de loop van de nacht kreeg ik nog het plezier van storm, onweer en hagelbuien te mogen trotseren. De volgende ochtend trok ik dan verder naar Polur. Ik was van plan om daar de bus te nemen, maar dat is me nooit gelukt. Binnen de vijf minuten was er een Iraniër die naar Teheran reed en me een lift aanbood. Hij vond dat ik op Reinhold Messner leek. Ik had echt niet verwacht dat ze die tot in Iran zouden kennen.
Daarmee had ik nog een halve dag over om Teheran wat te verkennen. De stad is verrassend aangenaam. Natuurlijk zijn er negen miljoen inwoners, wat het nodige verkeer geeft. Maar er zijn verrassend veel mooie groene parken. In eentje zag ik zelfs een gemarkeerd looppad. Voor een toerist als mij is het ook behoorlijk toegankelijk. Bijvoorbeeld alle straatnaamborden zijn tweetalig Farsi en Engels. Ook de meeste andere opschriften zijn ook in het Engels vertaald. Dat maakt het een heel pak gemakkelijker om je weg te vinden dan wanneer je moet behelpen met alleen maar Arabische tekens die je totaal niet kan lezen.
Volgens mij gaat het toerisme in Iran de komende jaren een gigantische boom kennen. Het enige resterende obstakel is dat je alles cash moet meebrengen. Onze Westerse bankkaarten werken daar niet. Maar van zodra de Amerikanen wat normaler beginnen doen met hun economische sancties komt dat hopelijk ook in orde. Ik kan een bezoek aan Iran in elk geval van harte aanraden.

Naast het Hemelvaartweekend had je in mei ook nog het Pinksterweekend. Dat is ook een lang weekend dus had ik natuurlijk een vliegtuigticket liggen. Dat bracht me naar Bergamo. Voor mij is Bergamo een erg klassieke bestemming voor als ik niet direct veel inspiratie heb.
Zoals gewoonlijk trok ik met de trein verder naar Lecco vanwaar ik me een beetje kon amuseren op de bergen langs het Comomeer. Ik probeerde het zo technisch mogelijk te maken. Die Italianen hebben verschillende moeilijkheidsgraden en EEA is perfect voor mij. Die gemarkeerd met A zijn nog moeilijker, maar dat zijn meestal gewoon de paden die naar een klimwand leiden.
Erg veel afstand heb ik niet afgelegd. Die technische paden gaan niet bijster snel vooruit. Daarnaast slingerde ik gewoon doelloos omhoog en omlaag. Op tijd en stand stak ik er ook wat pauze tussen om gewoon van het uitzicht te genieten. De hele tijd was er een stralend blauwe lucht. Dat is veel te aangenaam om me dan veel te haasten.

Sindsdien heb ik geprobeerd om goed te trainen. Dat lukt niet bijster goed. Mijn achillespees is nog maar eens lastig aan het doen. Het lukt om wat te lopen, maar ik kom hoegenaamd niet aan de volumes die ik rond deze periode had willen trainen. Hopelijk komt daar snel beterschap in.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>