Nieuwsbrief augustus 2016

In augustus kon je me een beetje in alle mogelijke richtingen tegen komen. Helemaal aan het begin van de maand was dat het hoge noorden, waar ik de Tromsø Skyrace ging lopen. Dat is een wedstrijd waarbij je start in Tromsø, vervolgens de bekende brug over de fjord over loopt en dan een hele lus in de bergen gaat maken. De afstand van een dikke vijftig kilometer valt goed mee, maar gecombineerd met meer dan vierduizend positieve hoogtemeters is dat toch erg de moeite.
Ik was nog altijd behoorlijk aan het sukkelen. Vooral tijdens beklimmingen deed mijn achillespees nog erg lastig. Met gewoon de wedstrijd uitlopen zou ik al meer dan tevreden zijn. Ik startte ergens helemaal achteraan en schoof tijdens de eerste min of meer vlakke kilometers rustig wat naar voren op. Eens je de brug over bent begint dan een steile klim om het plateau op te geraken. Dat ging al een beetje lastiger. Eens we een paar honderd meter boven zeeniveau uitstegen kwamen we in de mist terecht. Dat zou het uitzicht blijven voor het grootste deel van de dag. Op het plateau volgende we gewoon wat paden en wat sporen die voor paden moeten doorgaan naar de top van Tromsdalstind. Enkel tijdens het laatste stukje naar de top kom je daarin wat rotsen terecht. Voor de rest allemaal heel eenvoudig te doen.
De afdaling van Tromsdalstind is een heel ander paar mouwen. Zeker het begin is erg steil en dwars door een instabiel stenenveld. Die stenen hebben natuurlijk de neiging om naar beneden te rollen wat af en toe voor wat gevaarlijke situaties zorgt. Na een paar honderd meter dalen kom je gelukkig op gras terecht. Het blijft daar even steil en je glijdt regelmatig eens uit, maar je hebt er toch geen stenen meer die je een kopje kleiner proberen te maken. Af en toe mag je zelfs een sneeuwplek afglijden, wat veel helpt om het tempo er wat in te houden. Na zelfs een min of meer vlak stuk doorheen een vallei volgt nog een erg steile afdaling door het bos. Het is half glijden over een erg glibberige ondergrond en half in de bomen hangen om te zorgen dat je de snelheid toch een beetje onder controle houdt. Eigenlijk wel leuk.
Na een doorsteek van een brede vallei volgt dan de klim naar de tweede top van de dag: Hamperokken. Deze heeft een mooie technische graat. Je zit er veel meer op de rotsen te klauteren dan bij de passage over Tromsdalstind. Het grootste deel van de tijd valt het klauterwerk goed mee. Soms moet je gewoon een beetje kijken langs welke kant je een rotspunt moet passeren. Alleen de top van Hamperokken zelf is een stuk waar je echt op handen en voeten omhoog klautert. Er is een touw voorzien, wat vooral in de afdaling wel handig is.
Na de top daal je over een gigantisch steenveld naar een meertje. Zeker bovenaan zijn het terug van de stenen die niet veel zin hebben om te blijven liggen. Aan het meertje ben je er nog niet vanaf. Je moet het hele meertje volgen huppelend van steen naar steen. Gelukkig is er hier en daar nog een sneeuwplek. Daarop geraak je toch een stuk sneller vooruit.
Beneden in de vallei mag je dezelfde doorsteek maken als eerder op de dag, maar dan in de tegengestelde richting. Wat eerder vlot omlaag glijden was, is nu een poging om een modderige muur op te kruipen. Het lukte, maar kostte me erg veel moeite. Na een vlakker stuk moet je dan helemaal naar de top van Tromsdalstind. Hier ging ik helemaal kapot. Die helling is gewoon zo belachelijk steil dat ik amper nog vooruit geraakte. Traag gaat natuurlijk ook en uiteindelijk sukkelde ik toch de top van de berg op.
Daarna is het nog een lang hoofdzakelijk dalend pad naar Tromsø en de aankomst. Daar kwam ik toe na 12u52 wedstrijd. Met een tijdslimiet van 13 uren voor de wedstrijd was dat toch wat nipter dan ik graag heb. Maar in de toestand waarin ik aan de start stond was gewoon finishen echt wel het hoogst haalbare. En dat heb ik toch maar gehaald.

Een week later vloog ik dan zuidwaarts naar Slovenië. Hoewel ik dat een prachtig land vind, was het toch lang geleden dat ik daar nog eens was. Hoog tijd om dat goed te maken. Mijn doel was om een beetje in de Triglav rond te lopen.
Als startpunt koos ik Jesenice, helemaal in het noorden. Daar in het noordelijke deel van het gebied zijn de bergen niet zo hoog en nog volledig met bossen bedekt. In eerste instantie ging het de hele tijd op en neer door die bossen. Pas toen ik richting tweeduizend meter hoogte ging, kwam ik boven de boomgrens en kreeg ik wat mooie uitzichten. Dat gebeurde de eerste keer toen uk de top van de Debela Peč bereikte. Daar heb je een mooi uitzicht op de vallei van Krma met de imposante rotswanden die hoog oprijzen. Je krijgt er de mooie mix van Alpen, Dolomieten en Balkan die Slovenië zo uniek maakt.
De Debela Peč was behoorlijk druk, dus ben ik er niet lang gebleven. Ik trok verder richting top van de Triglav die met zijn 2864 meter hoogte het hoogste punt van Slovenië is. Die beklom ik vanaf Triglavski dom na Kredanci zodat ik de volledige topgraat kon volgen. Die topgraat is erg leuk. Sommige stukken zijn een flinke scramble. Het jammere is dat ze overdreven vol ijzer zit, waar vele wandelaars zich krampachtig aan vastklampen. De meeste zekeren zich zelfs met de talrijke kabels wat al helemaal overdreven is. Dat zorgt voor de nodige files die je gelukkig dikwijls kan vermijden door een beetje naast het officiële pad te klauteren. Op de top stond ik helemaal alleen. Waarschijnlijk was ik de laatste van de dag die omhoog gegaan is. Erg lang ben ik er niet gebleven want in Oostenrijk zag ik ferme onweerswolken ronddrijven. Ik zit liever toch een beetje lager wanneer ik die op mijn nek krijg.
Van de Triglav daalde ik wat zuidwaarts richting Koča na Doliču en dan verder naar Prehodavci. Vooral dat laatste stuk ik een ongelooflijk spectaclair pad. Met je linkerschouder plak je tegen een rotswand. Je rechtervoet staat dan weer op het randje van een afgrond. Een smal richeltje is alles wat je hebt om vooruit te geraken. Het pad is zeker en vast een van de meest spectaculaire paden waar ik reeds over liep. Om het helemaal spannend te maken was de nacht aan het vallen, wilde ik liever niet op die richel overnachten en had ik geen flauw idee hoe lang het zou duren voordat ik uit die wand was. Uiteindelijk deed ik het laatste stukje in volslagen duisternis.
De volgende ochtend ging ik nog wat verder naar de zeven meren. Die zijn erg mooi, maar ook erg populair. Geleidelijk aan kwam ik in lager terrein terecht. Dat betekent dat ik terug meer in de bossen aan het rondzwerven was. Doorheen die bossen bereikte ik Stara Fužina waar ik een punt achter de Sloveense tocht zette.

Twee weken later ging ik ruwweg dezelfde richting uit. Noord-Italië was de bestemming van dienst waar ik de Trofeo KIMA wilde lopen. We spreken terug over een wedstrijd van dik vijftig kilometer met 4400 positieve hoogtemeters. Het terrein is ook erg technisch met veel bengelen aan kettingen en rondhuppelen over rotsblokken. Het is een wedstrijd die ik al erg lang eens wilde lopen.
De eerste tien kilometer zijn hoegenaamd niet interessant. Je loopt de hele tijd omhoog over een asfaltweg om aan het einde van de vallei te komen. Gelukkig worden de haarspeldbochten zoveel mogelijk afgesneden via bospaden. Eens je hoog genoeg bent houdt een asfaltweg er altijd wel mee op en komen de leuke paden. In dit geval voerde dat leuke pad naar een col die gevolgd werd door een technisch stuk waar de kettingen die er hingen toch wel van pas kwamen.
Daarna blijft het de hele tijd behoorlijk technisch. De hele tijd spring je van rotsblok naar rotsblok en klauter je op en neer. De stukken met een normaal pad zijn erg zeldzaam. Ik kwam er achter dat ik de voorbije maanden hopeloos veel conditie heb verloren door maar erg beperkt te kunnen trainen met mijn achillespeesproblemen. Erg snel ging ik dus niet vooruit. Halverwege de wedstrijd zorgde dat ervoor dat ik de tijdslimiet niet haalde en uit de wedstrijd gehaald werd. Volgens mij is het de eerste keer dat dit mij overkomt. Erg jammer, maar gezien de erg strakke limiet en mijn rampzalige conditie op dit moment viel het eigenlijk wel te verwachten.
Het positieve is dat ik tijdens de wedstrijd totaal geen last heb gehad. Ook tijdens de trainingen kan ik terug pijnvrij lopen. Het zal wel nog een tijdje duren tegen dat ik terug in topvorm ben, maar ik kan in elk geval terug opbouwen. Dat is misschien nog wel het beste van heel de nieuwsbrief.

This entry was posted in Nieuwsbrief. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>